Voor de Marina Abramović-tentoonstelling geldt een toeslag. Zie Stedelijk.nl/toeslag, ook voor uitzonderingen.

Tentoonstelling — 14 sep 2002 t/m 11 jan 2003

Dit najaar presenteert het Stedelijk Museum de eerste solotentoonstelling van Franz Ackermann (1963) in Nederland. De Duitse kunstenaar vat zijn expositie, in vier zalen op de bovenverdieping van het museum, op als een grote installatie waar schilderijen, tekeningen, wandschilderingen en architectonische elementen deel van uitmaken.

Centrale thema’s in het werk van Ackermann zijn reizen, toerisme, globalisme en urbanisme. De tentoonstelling in Amsterdam zal specifiek toegespitst zijn op de relatie tussen schilderkunst en de ‘white cube’ (de witte museumzaal) en op de geschiedenis van Amsterdam, de Gouden Eeuw en de handel met de Oost.

Belangrijk beginpunt voor het artistieke oeuvre van Ackermann zijn de Mental Maps die enkele jaren geleden ontstonden tijdens zijn verblijf in Hongkong. Deze kleine aquarellen vormen de neerslag van zijn ervaringen in grote steden in Azië, Zuid-Amerika en Australië. Het zijn geen letterlijke afbeeldingen van specifieke plekken, maar mentale waarnemingen van stedelijk culturen. Terug in zijn atelier in Berlijn ontwikkelde hij daarna schilderijen waarin die tekenachtige cartografieën in monumentale doeken werden omgezet.

Vanaf circa 1997 presenteert hij zijn werk vooral in de vorm van environments, waar verschillende media deel van uitmaken en die de toeschouwer volledig omgeven. Ackermann verwerpt de traditioneel modernistische presentatiewijze, waarbij het schilderij in een zo neutraal mogelijke ruimte volledig autonoom bekeken moest worden. Hij beschouwt de museale ruimte, de ‘achtergrond’ van het schilderij, als essentieel onderdeel van zijn werk, en grijpt in door wandschilderingen, architectonische constructies, de manipulatie van licht en donker en de routing van toeschouwer in het museum. Met zijn installaties roept hij totaal-ervaring op die vergelijkbaar is met de dynamiek van de metropolis.

De vele reizen die hij maakt zijn niet alleen een belangrijke artistieke inspiratiebron voor Ackermann. Hij verhoudt zich in zijn werk ook op kritische wijze tot de manier waarop het reizen naar exotische bestemmingen tegenwoordig is uitgegroeid tot een vorm van massatoerisme. Zo laat hij fotografische reproducties van glossy reisbrochures en - affiches en foto’s van Berlijnse reisbureaus deel uit maken van zijn installaties. Bij zijn tentoonstelling in de Kunsthalle Basel (2002) publiceerde hij een kunstenaarsboek met zwart-wit foto’s van de vele hotelcomplexen op Mallorca, die vooral getuigen van de banalisering van de modernistische architectuur ten behoeve van een expansieve toeristenindustrie.

De context voor Ackermanns installatie in Amsterdam wordt mede gevormd door de reizen die de Nederlanders al in de 17e eeuw maakten naar handelsbestemmingen over de hele wereld en met name Zuid Oost Azië. Die reizen, die het begin zijn gaan vormen van ons koloniale verleden, kunnen niet volledig los gezien worden van de opkomst van Amsterdam als wereldstad en de bloei van de schilderkunst in de Gouden Eeuw.

Ackermann toont aan dat de omgang met actuele thema’s als migratie en globalisme in de beeldende kunst niet alleen in de nieuwere media als video en fotografie, maar ook de schilderkunst vorm kan krijgen. Zijn omgang met de schilderkunst is dan ook een experimentele, waarbij hij de traditionele begrenzing van het ezelschilderij niet op voorhand accepteert. Inspiratiebronnen zijn voor hem zowel de Situationisten uit de jaren vijftig en de vroege Conceptuele Kunst (jaren zestig/zeventig) als de sociaal geëngageerde wandschilderkunst uit Latijns-Amerika en de geschilderde billboards voor de Bollywood-films in de straten van de grote steden in India.

Franz Ackermann had eerder solotentoonstellingen in onder meer Portikus (Frankfurt a/M 1997), Castello di Rivoli (Turijn, 2000) en Kunsthalle Basel (2002). Daarnaast nam hij deel aan een groot aantal groepstentoonstellingen, waaronder ‘Heaven’ (P.S. 1, New York, 1996), Carnegie International (Pittsburg, 1999) en de Biënnale van Sâo Paulo (2002).

De tentoonstelling van Ackermann in het Stedelijk Museum is de laatste in een reeks van vier presentaties over actuele schilderkunst.
Eerder organiseerde het Stedelijk in deze reeks exposities met Robert Zandvliet, Thomas Scheibitz en Avery Preesman.

Ter voorbereiding van zijn tentoonstelling in het Stedelijk verblijft Ackermann vanaf 27 augustus tot medio september in Amsterdam. Bij de tentoonstelling verschijnt een Stedelijk Museum Cahier, geschreven door conservator Leontine Coelewij en de Duitse criticus en tentoonstellingsmaker Gregor Jansen