Tentoonstelling — 6 nov t/m 30 dec 2004

Gastconservator Marjan Boot (Stedelijk Museum) nodigde sieradenontwerpers Célio Braga, Iris Eichenberg en Suska Mackert uit voor deze presentattie in Bureau Amsterdam.

In 2002 organiseerde het Stedelijk de tentoonstelling Display, waarin sieradenontwerpers de grenzen van hun vak verkenden. Deze tentoonstelling is een vervolg.

Opening zaterdag 6 november van 17.00 - 19.00 uur en aansluitend speciale avondopenstelling tijdens de Museumnacht tot 02.00 uur. 

Voor deze tentoonstelling maken Braga, Eichenberg en Mackert installaties, films en objecten waarin wordt ingegaan op verlies. Een zwaar thema dat zij lichtvoetig en poëtisch verbeelden. Een gemeenschappelijk kenmerk van het werk van deze kunstenaars is de conceptuele benadering van het fenomeen sieraad en - breder - het met de mens en het lichaam verbonden object zoals talisman, amulet of fetisj.

Zij onderzoeken op verschillende manieren de culturele betekenis van het sieraad/object/lichaamsteken, zowel in de persoonlijke levenssfeer als in het publieke domein. In hun installaties en films ontstijgt het sieraad de functie van decoratief object en breekt het uit de bestaande kaders.

Célio Braga (1965, Guimarânia, Brazilie) richt zich in zijn werk op het menselijk lichaam, de omgang daarmee en op de symboliek van het gefragmenteerde lichaamsdeel. Het verwijst naar religieuze voorstellingen van het lichaam, votiefbeelden en daarmee verbonden universele angsten en verlangens. 

In loss toont Braga een driedelige installatie, bestaande uit een werk van 4.00 x 4.00m op de vloer, een animatiefilm op video en een foto. De titel luidt Full Blown, wat associaties oproept met iets of iemand in volle bloei maar feitelijk de medische term is voor het moment waarop ziekten met (vaak) een dodelijke afloop als kanker en aids zich manifesteren. De vergankelijkheid van het lichaam en de kwetsbaarheid van het bestaan zijn verbeeld in een poëtisch doodskleed van ontelbare bleke wasbloemen. Het veld bestaat uit even zoveel bloemen als de kunstenaar weegt: 65 kilo. Het zijn er duizenden. Alle nauwgezet en met engelengeduld gesneden en gevormd uit eigenhandig gegoten en opgestijfde wasplaten waardoor de tinten verlopen van doorschijnend tot opaak.

Iris Eichenberg (1965, Göttingen) is bekend om haar zeer persoonlijke, sensuele oeuvre waarbij de kwetsbaarheid van het lichaam een constant thema is. Veel van haar kleine objecten maar ook grotere werkstukken als meubels en installaties hebben een ambigu karakter. Ze zijn magisch en erotisch, aards en persoonlijk. 

Haar bijdrage aan loss bestaat uit een drieluik en draagt de titel Heimat. Op een meterslange rij houten constructies liggen kleurige wollen dekens gedrapeerd als een weids golvend landschap. Tegenover deze installatie zijn filmbeelden van een wazig heuvelland te zien. Op de muur daartussen hangen tientallen kleine ronde spiegeltjes in een willekeurig patroon. Elk spiegeltje heeft een betekende, ingekraste voorstelling van een mens, een silhouet van alleen hoofd en schouders. Net als in het werk van Braga vormen de semantische kwaliteit van het materiaalgebruik en de geconstrueerde vorm een hechte eenheid waarin de betekenis van het werk zich ontvouwt.

Suska Mackert (1969, München) bespeelt uiteenlopende media en is geïnteresseerd in codes en rituelen waarin het sieraad/object een rol speelt. Deze belangstelling uit zich ook in kleine typologische verzamelingen. Zij hield zich bijvoorbeeld eerder bezig met het ritueel van het onderscheiden, het opspelden van de ‘versierselen’ als teken van verdienste.

Voor loss maakt zij een meterslange wandinstallatie van een tekst bestaande uit bijna 2000 medaillons van zilver en tombak (roodkoper). De tekst – tevens de titel van het werk – luidt 'Ce souvenir sera toujours mon guide'. Deze is afkomstig van een medaillon dat katholieke kinderen bij hun eerste communie krijgen. Gelovige rooms-katholieken dragen medaillons ter verering van Maria of een (naam)heilige aan een kettinkje om hun hals. In elke bedevaartskerk zijn dergelijke medaillons te koop en achter de productie ervan moet een miljoenenindustrie staan. In de installatie komt het dubbele van het geloof en de rol die het medaillon daarin speelt fijntjes tot uitdrukking: de tekst is tweemaal leesbaar, eenmaal in ijle schaduwletters overeenkomend met de intieme persoonlijke beleving en eenmaal in massaliteit en drukte.

Bij de tentoonstelling verschijnt SMBA Nieuwsbrief No. 83 met een tekst van Marjan Boot, samensteller van loss.

Tevens verschijnt een speciaal cahier met bijdragen van Melle Hammer, renée c. hoogland en Peter van Kester. Grafisch ontwerp: Coppens en Alberts.

De tentoonstelling is mogelijk gemaakt dankzij een genereuze bijdrage van het Amsterdams Fonds voor de Kunst.