Tentoonstelling — 4 okt t/m 22 nov 1997

Het Stedelijk Museum presenteert van 4 oktober tot en met 23 november onder de titel Another Time, Another Place, een tentoonstelling van het werk van de Duitse kunstenaar Walter Dahn (1954, St. Thönis/Krefeld).

De expositie geeft een beeld van zijn artistieke ontwikkeling sinds 1988. Dahns schilderijen waren in 1981 voor het eerst in Nederland te zien in de geruchtmakende 'nieuwe schilderkunst'-tentoonstelling Mülheimer Freiheit in het Groninger Museum. In de jaren tachtig werden zijn schilderijen, tekeningen en beelden opgenomen in een groot aantal groeps- en eenmanstentoonstellingen in de Nederlandse musea en galeries. In 1987 organiseerde het Stedelijk Van Abbemuseum in Eindhoven een overzicht van Dahns schilderijen en sculpturen. De tentoonstelling Another Time, Another Place in het Stedelijk Museum Amsterdam is hierop het vervolg. In een reeks van twaalf zalen is het zeer efemere werk te zien dat hij sinds 1987 maakt en in poëtische installaties bijeenbrengt.

Walter Dahn ging in 1971 naar de Kunstakademie Düsseldorf om in contact te komen met Joseph Beuys. Hij werd op zeventienjarige leeftijd toegelaten tot de Beuys-Klasse. Dahn richtte zich in zijn academietijd op zeer uiteenlopende beeldende vormen en technieken en het is dan ook niet verwonderlijk dat zijn werk, dat zich begin jaren tachtig kanaliseerde in de schilderkunst, zich later weer ontvouwde in een formeel veelstromenland, waarbij het schilderen overigens een optie bleef naast alle andere. Zijn voorliefde voor de vermenging van culturele contexten loopt parallel met de formele veelzijdigheid van zijn werk. In zijn sculpturen, objecten, schilderijen, tekeningen, foto's en video's zoeken beelden van uiteenlopende culturele herkomst hun plaats in losse vormstructuren - constellaties die op hun beurt associatieve betrekkingen onderhouden met het eerdere werk.

De fasering waarmee hij zijn beelden opbouwt en de gelaagdheid en veelvormigheid van zijn oeuvre als geheel, zou als metaforisch gezien kunnen worden voor de wijze waarop hij de wereld ervaart. Dahn lijkt de veranderlijke, informele samenhang van de tastbare wereld in het kunstwerk te willen herscheppen, juist om inzicht in die samenhang te krijgen. Zijn kunst is in de grond van de zaak 'existentieel': een uitdrukking van de eigen betrekkingen tot het bestaan in het hier en nu.

Zoals de expositie Another Time, Another Place in het Stedelijk Museum duidelijk maakt, strekt zijn expansieve houding zich ook uit tot de tentoonstellingsinrichting. De tentoonstellingen die hij de laatste jaren maakt, zijn effectvolle ensceneringen die gekarakteriseerd zouden kunnen worden met het beladen, maar in dit geval niet onjuiste, begrip Gesamtkunstwerk. Zoals Dahn in zijn kunst beelden tot spreken brengt met aan andere beeld- vormen ontleende ordeningsprincipes, zo brengt hij in zijn installaties een evocatieve samenhang tussen zijn afzonderlijke werken tot stand. Zijn installaties bieden een uitgelezen akoestisch kader voor de humane, poëtische, en melancholieke grondtoon van zijn kunst. Dahn: "Ik wil de tentoonstellingsruimte innemen zoals ik vroeger met verf het doek innam (of juist leegliet). Ik wil de openheid en het open beeld dat wij in de periode van de Mülheimer Freiheit postuleerden doortrekken naar een nieuwe situatie."