In dit wandkleed heeft Désirée Scholten de techniek van het weven – de structuur van ketting en inslag –zo uitvergroot dat bijna geen weefsel meer over is. De handmatig omwikkelde draden zijn op slechts 24 knooppunten met elkaar vervlochten. Al tijdens haar studie begin jaren vijftig aan de Gerrit Rietveld Academie (toen anders geheten) onderzocht Scholten de mogelijkheden van het weefgetouw. Docente Kitty van der Mijll Dekker spoorde haar leerlingen aan om in de geest van het Bauhaus te experimenteren met kleur, materiaal en textuur. In plaats van te ontwerpen voor de industrie koos Scholten voor het maken van autonome textiele werken. Ondanks de restricties van het weefgetouw wist zij steeds tot nieuwe vormen te komen. Op de academie leerde zij haar man, Herman Scholten, kennen. Samen gingen zij tot de top van de Nederlandse én internationale textielkunst beweging behoren. Het Stedelijk Museum heeft deze stroming op de voet gevolgd en bezit van beide kunstenaars verschillende wandkleden.
c/o Pictoright Amsterdam 2004

Vervaardigers

Collectie

Vormgeving

Datum vervaardiging

1979

Bibliotheek

Klik hier om 4 aan dit werk gerelateerde documenttitels te zien

Afmetingen

220 x 280cm.

Objectnummer

KNA 6658

Credits

verworven met subsidie van WVC

Lees informatie over de auteursrechten van dit kunstwerk