Onderdeel van de
tentoonstelling

In the Presence of Absence Voorstellen voor de museumcollectie

5 sep 2020 t/m 31 jan 2021

Kunstenaarspagina — 2 sep 2020

Aan de tentoonstelling In the Presence of Absence, voorstellen voor de tweejaarlijkse gemeentelijke kunstaankopen, nemen 23 kunstenaars(collectieven) deel. Deze kunstenaarspagina bevat een tekst over het werk en een kunstenaarsbijdrage.

De installatie Prologue: Squat/Anti-Squat (2016) toont een film in twee delen, die is opgenomen in het door architect Aldo van Eyck ontworpen Tripolis-kantoorgebouw in Amsterdam. In het Tripolis brengt Wendelien van Oldenborgh een groep individuen van verschillende generaties bij elkaar, elk met een achtergrond in activisme en/of architectuur. Zo is een aantal van hen lid van de University of Colour: het collectief dat tijdens de studentenbezetting van het Amsterdamse Maagdenhuis in 2015 pleitte voor dekolonisatie van het curriculum van de Universiteit van Amsterdam. Al pratend verkent de groep het lege Tripolis-gebouw. Hun gesprekken gaan onder meer over de snel veranderende opvattingen over huisvesting en bezit, en vraagstukken omtrent dekolonisatie, diversiteit en racisme. Van Oldenborgh kiest de locaties waar haar films zich afspelen altijd heel bewust: ze zijn als een karakter dat zichzelf ‘uitspreekt’ en een bepaald ideologisch standpunt vertegenwoordigt. Zo bevraagt de architectuur van Van Eyck hoe we samen kunnen leren en met elkaar kunnen samenleven en samenwonen.

Daarnaast schijnt Prologue: Squat/Anti-Squat licht op een kraakactie in de Amsterdamse Bijlmer in de jaren 1970 door een groep Nederlands-Caribische activisten. Ook het Tripolis-gebouw werd, na jaren van leegstand, in 2016 gekraakt – door het collectief Wij zijn Hier, een groep activistische vluchtelingen. Beide kraakacties leggen de problematiek rondom sociale huisvesting, woningnood en gemeentebeleid bloot.

Illustratie door Haitham Haddad naar Wendelien van Oldenborghs ‘Prologue: Squat/Anti-Squat’, 2016.
Illustratie door Haitham Haddad naar Wendelien van Oldenborghs ‘Prologue: Squat/Anti-Squat’, 2016.

Met: Tirza Balk, Abel Blom, Hellen Felter, Quinsy Gario, Roel Griffioen, Gina Lafour, Lucien Lafour, Juanita Lalji, Khadija al Mourabit, Max de Ploeg, André Reeder en Kees Visser.

Wendelien van Oldenborgh (1962) studeerde aan het Goldsmiths College, University of London. Tentoonstellingen van haar werk vonden onder meer plaats in CA2M (Madrid), The Showroom (Londen) en Witte de With Center for Contemporary Art (Rotterdam). In 2017 vertegenwoordigde Van Oldenborgh Nederland tijdens de 57e Biënnale van Venetië. Van Oldenborgh ontving onder meer de Dr. A.H. Heinekenprijs voor de Kunst (2014) en de Hendrik Chabotprijs (2011).

Wendelien van Oldenborgh, ‘Prologue: Squat/Anti-Squat’, 2016. Zaalopname Nederlands Paviljoen, 57e Biënnale van Venetië 2017. Foto: Daria Scagliola. Met dank aan de kunstenaar.
Wendelien van Oldenborgh, ‘Prologue: Squat/Anti-Squat’, 2016. Zaalopname Nederlands Paviljoen, 57e Biënnale van Venetië 2017. Foto: Daria Scagliola. Met dank aan de kunstenaar.

Kunstenaarsbijdrage

Prologue: Squat/Anti-Squat (2016)

In het filmwerk Prologue: Squat/Anti-Squat staat een episode uit de jaren 1970 centraal toen er veel mensen naar Nederland migreerden vanuit de voormalige Nederlandse koloniën, met name uit Suriname. ‘Golf’, ‘vloedgolf’ en ‘overspoeld’ waren woorden die in de media van die tijd werden gebruikt om deze immigratie te beschrijven. Dezelfde woorden zijn in de afgelopen jaren gebruikt voor mensen die oorlog, geweld en de voortdurende verwoesting in het Midden-Oosten en Afrika ontvluchtten.

  • Uit het dagblad ‘De Tijd’, 26 juni 1974.
    Uit het dagblad ‘De Tijd’, 26 juni 1974.
  • Uit het dagblad ‘De Tijd’, 2 juli 1974.
    Uit het dagblad ‘De Tijd’, 2 juli 1974.
  • Uit ‘NRC Handelsblad’, 20 augustus 1974.
    Uit ‘NRC Handelsblad’, 20 augustus 1974.
  • Uit ‘Wrokoman’, de krant van het LOSON, januari/februari 1975.
    Uit ‘Wrokoman’, de krant van het LOSON, januari/februari 1975.
  • Uit het persoonlijk archief van Juanita Lalji, artikel uit ‘Het Parool’, 6 september 1975.
    Uit het persoonlijk archief van Juanita Lalji, artikel uit ‘Het Parool’, 6 september 1975.
  • Uit het maandblad ‘Famiri’, jaargang 78, nr. 3.
    Uit het maandblad ‘Famiri’, jaargang 78, nr. 3.

De migratieperiode in de jaren 1970 viel samen met de tijd dat het kraken van gebouwen werd ingezet als een politiek pressiemiddel tegen speculatie met onroerend goed in steden, onrechtvaardig huisvestingsbeleid, stadssaneringsprojecten en meer in het algemeen de slechte levensomstandigheden van verschillende groepen in de samenleving.

Tegen deze achtergrond werden tussen 1974 en 1976 meer dan honderd flats gekraakt door een Caribisch-Nederlandse groep activisten. Het hoofddoel van de acties was mensen te huisvesten die bij aankomst in Nederland een woning zochten, maar doorgaans werden opgehokt in dure pensions. De gekraakte flats bevonden zich in twee gebouwen van een omvangrijk, kort daarvoor gereed gekomen woningbouwproject, de Bijlmermeer. Het kostte de woningcorporaties moeite bewoners te vinden voor de flats, maar de zojuist gearriveerde gezinnen kregen geen toestemming de flats te huren vanwege een racistisch ‘spreidingsbeleid’. Marxistische, antiracistische groeperingen zoals het LOSON (Landelijk Overleg van Surinaamse Organisaties in Nederland) en kraakgroepen in Amsterdam, zoals uit de Nieuwmarkt, ondersteunden de bezetting van de flatgebouwen met eigen acties.

Deze grootschalige kraak in de Bijlmer speelde zich af in een tijd dat kraken een veelvoorkomende vorm van verzet was in de grote steden in Nederland. In Amsterdam is deze geschiedenis inmiddels deel van de stadsidentiteit. Toch wordt de kraak in de Bijlmer door en voor Caribische Nederlanders zelden genoemd in de enorme berg aan literatuur die er over het onderwerp bestaat. De krakers die worden opgeroepen in het publieke geheugen zijn over het algemeen politiek gemotiveerde, jonge, witte mensen uit de middenklasse die actievoerden tegen de gevestigde orde.

  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
  • Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.
    Uit het archief van LOSON en Cineclub Vrijheidsfilms, ondergebracht in het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis (IISG) in Amsterdam.

In Prologue: Squat/Anti-Squat wordt de geschiedenis van de Bijlmer gerelateerd aan twee recente kraak- en bezettingsacties. Als eerste was er in 2015 de bezetting van het Maagdenhuis door studenten van de Universiteit van Amsterdam, wat onder meer leidde tot de oprichting van de University of Colour (UoC). De UoC streeft naar een grotere diversiteit onder docenten en medewerkers van de UvA en naar veranderingen in het curriculum, maar wil ook de aandacht vergroten voor de discriminatoire tendensen die er binnen de protestbeweging zelf bestaan. Een tweede moment leidt naar de groep afgewezen asielzoekers die zich ‘Wij Zijn Hier’ noemen en net als de Surinaamse immigranten veertig jaar geleden, een dak boven hun hoofd zoeken. Daarnaast voeren ze campagne voor het simpele recht te bestaan. Geholpen door de nog altijd actieve Amsterdamse kraakbeweging, bezette deze groep een reeks gebouwen, waaronder het Tripolis-gebouw waar in maart 2016 is gefilmd. Ze werden steeds weer ontruimd, maar er vonden geen grote rellen meer plaats, zoals bij dit soort ontruimingen in de jaren 1970 en ’80 gebruikelijk was.

Een single gemaakt door het koor van de Bijlmerkrakers, dit exemplaar is afkomstig uit het Bijlmermuseum - Grubbehoeve 38, 1103 GH Amsterdam.
Een single gemaakt door het koor van de Bijlmerkrakers, dit exemplaar is afkomstig uit het Bijlmermuseum - Grubbehoeve 38, 1103 GH Amsterdam.
  • Lied van het koor van de Bijlmerkrakers, ‘Leve de strijd van de Bijlmerkrakers’.
    Lied van het koor van de Bijlmerkrakers, ‘Leve de strijd van de Bijlmerkrakers’.
  • Lied van het koor van Bijlmerkrakers, ‘Bow tap egi krakti’.
    Lied van het koor van Bijlmerkrakers, ‘Bow tap egi krakti’.