Nieuws — 16 mei 2004

16 mei t/m 3 oktober 2004
De taak van het museum om actuele ontwikkelingen te signaleren en jonge kunstenaars van internationaal belang over het voetlicht te brengen, krijgt in Stedelijk Museum CS extra nadruk. 

De groepstentoonstelling ‘20/20 Vision’ is de eerste van een serie exposities van hedendaagse kunst. Ze werpt een frisse blik op de toekomst, in de nieuwe omgeving van het museum aan de Oosterdokskade.

In ‘20/20 Vision’ is recent werk van acht kunstenaars bijeengebracht, van wie de meesten niet eerder in het Stedelijk hebben geëxposeerd: Yesim Akdeniz Graf, Francis Alÿs, Marc Bijl, Germaine Kruip, Steve McQueen, Mathias Poledna, De Rijke/De Rooij en Torbjørn Rødland. 

De tentoonstelling gaat in op enkele bijzondere artistieke posities die licht werpen op de relaties tussen beeldende kunst en het brede veld van de visuele cultuur. Verbindende schakels tussen de werken zijn de reflectie op moderniteit, de verhouding tot de populaire cultuur en de ervaring van de stad. De kunstwerken in deze tentoonstelling proberen op soms kritische, soms lichtvoetige wijze de beeldconventies van onze tijd transparant te maken, om zo de sociaal-politieke, culturele realiteit achter de uiterlijke verschijningsvormen te verhelderen.  

De jonge schilderes Yesim Akdeniz Graf (Turkije, 1978) combineert traditionele schilderkunstige genres als interieur en landschap met computergraphics en logo’s van Adidas en Paul Smith. In haar schilderijen is de leefomgeving van de toekomst een kwestie van digitalisering enbranding.

Francis Alÿs (Antwerpen, 1959) situeert zijn werk in de straten van Mexico City, die hij als een hedendaagse ‘flaneur’ verkent. Zijn wandelingen door die stad vormen de basis voor zijn werk. Zijn video-installatie Cantos Patrioticos verbindt hij de lokale traditie van de mariachi muziek met een eeuwenoud kinderspelletje.

Marc Bijl (Leerdam, 1973) richt zich met zijn acties, installaties, video’s en beeldhouwwerken op de symbolen van de massacultuur, van religie en politiek. En hij verhoudt zich op een kritische manier tot de mythes van nationalisme en globalisme. Daarbij gebruikt hij guerrilla-achtige tactieken en beeldelementen die ontleend zijn aan de punk, gothic-cultuur en anarchisme.

Germaine Kruip (Castricum, 1970) begeeft zich op het snijvlak van de beeldende kunst en theater. Kruip creëert tijdelijke situaties, waarmee ze het kijken van het publiek stuurt. Voor de opening van het SMCS maakt ze met behulp van theatergroepMug met de Gouden Tand een nieuw performatief werk. De relatie tussen binnen en buiten speelt hierin een centrale rol.

Steve McQueen (Londen, 1969) onderzoekt in zijn werk zeer uiteenlopende beeldtradities, met name die uit de film. In ‘20/20 Vision’ is Once Upon a Time te zien. Deze installatie bevat de 116 beelden die de NASA in 1977 met de Voyager II de ruimte instuurde als representatie van de mensheid. Dit zogenaamd ‘objectieve’ beeld van het leven op aarde, wordt begeleid door een meditatieve soundtrack van stemmen die in trance spreken. 

Mathias Poledna (Wenen, 1965) richt zich in zijn filminstallaties op de vergeten momenten uit de geschiedenis van de populaire cultuur. Hij ensceneert situaties die mogelijk ooit hebben plaatsgevonden in de tijd ver vóór de videoclip en P2P. In Western Recording is dat de opname van het nummer City Life uit 1969, van zanger-componist Harry Nilsson in een beroemde studio in Los Angeles.

De fotograaf Torbjørn Rødland (1970, Noorwegen) richt zich op het landschap en op andere onderwerpen die in de beeldende kunst een lange traditie kennen, maar door de massamedia en alomtegenwoordige beeldcultuur hun betekenis lijken te hebben verloren en te zijn verworden tot cliché’s. Rødlands blik is zowel kritisch-ironisch als gericht op het leggen van een verbinding tussen de romantische beeldtraditie en de eigentijdse cultuur.

De film Bantar Gebang van De Rijke/De Rooij (Brouwershaven, 1970 / Beverwijk, 1969) laat een tien minuten durend beeld zien van een sloppenwijk aan de rand van Jakarta. Het beeld – hoe realistisch en schrijnend ook – wordt sterk bepaald door de formele aspecten licht, kleur en compositie. Het roept een spanning op tussen de ethische en de esthetische dimensie van het beeld en stelt de vraag naar ‘schoonheid’ bij het kijken naar diepe misère. Als tegenwicht voor de overkill aan snelle en oppervlakkige mediabeelden, vragen De Rijke/De Rooij aandacht en tijd voor de complexiteit van het filmische beeld. 

In het dubbele openingsnummer van Stedelijk Museum Bulletin (nr. 2/3) is uitgebreid aandacht voor ‘20/20 Vision’ met een inleiding van Leontine Coelewij, samenstelster van de tentoonstelling, en kunstenaarsbesprekingen door verschillende auteurs (N/E). 

Met dank aan de Mondriaan Stichting, Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst, Office for Contemporary Art, Noorwegen