Nieuws — 29 apr 2010

"Geen marmer, geen fluweel, geen Griekse Zuilen, geen bovenlicht.' Onder dit motto verrees begin jaren 50 aan de Amsterdamse Van Baerlestraat een bescheiden ogend museumgebouw van glas en wederopbouwbeton, dat spraakmakend zou worden.

Geestelijk vader van de eerste uitbreiding van het Stedelijk Museum Amsterdam was directeur Willem Sandberg, wiens ideeën over kunstpresentatie zowel felle kritiek uitlokten als internationaal navolging vonden. De eerste directeur van het Centre Pompidou, de Zweed Pontus Hultén, verklaarde zich openlijk schatplichtig aan de doorzichtige vleugel, Stedelijk-directeur Edy de Wilde beschouwde de nieuwbouw als 'een ramp'.

Aat Veldhoen, Philip Guston en Picasso. Carolien Gehrels, Willem Sandberg en Edy de Wilde. Al deze namen zijn verbonden met de Nieuwe Vleugel van het Stedelijk Museum. In 2006 wierp de Amsterdamse wethouder van Cultuur een baksteen door de ruit van Sandbergs vermaarde museumuitbreiding, die aan sloop ten prooi viel. Na de steen, de schok en de verontwaardiging zette kunsthistoricus en publicist Paul Kempers de bewogen geschiedenis van de Sandbergvleugel op schrift.

In deze publicatie beschrijft de auteur het rijke verleden van het nu afgebroken gebouw, dat lange tijd gold als de belichaming van het democratische, open museum. De auteur sprak met Sandberg-kenners en Amsterdamse kunstenaars, inventariseerde de reacties op de omstreden afbraak en knoopt aan bij de al meer dan tien jaar durende discussie over de functie van het museum voor hedendaagse kunst
Paul Kempers schreef o.a. voor De Groene Amsterdammmer en Vrij Nederland en was huisfilosoof van het Centraal Museum Utrecht. Ook schreef hij monografieën over de Amsterdamse tekenaar Oey Tjeng Sit en de roemruchte theatergroep Alex d'Electrique.

Auteur: Paul Kempers 
isbn: 978-90-78088-44-8, prijs: € 19,50
Grafisch ontwerp: Roosje Klap
224 blz, 19 x 17 cm paperback, Nederlands

www.valiz.nl