Voor de Marina Abramović-tentoonstelling geldt een toeslag. Zie Stedelijk.nl/toeslag, ook voor uitzonderingen.

Nieuws — 23 mei 2017

Afgelopen donderdag (18 mei 2017) overleed Stanley Brouwn, een van de belangrijkste conceptuele kunstenaars in Nederland. Hij laat een indrukwekkend en radicaal oeuvre na, dat hij tot in zijn uiterste consequenties doorvoerde. De vroegste werken van Brouwn in de collectie van het Stedelijk Museum dateren uit de vroege jaren zestig, zoals Passanten (1960), een werk waarbij Brouwn vellen papier op de trottoirs in Amsterdam liet neerdwarrelen. Voetgangers lieten hun schoenafdrukken achter op het papier, dat door Brouwn werd verzameld. Of this way brouwn , misschien wel zijn bekendste serie werken uit 1960-64. Brouwn vroeg aan voorbijgangers de weg van A naar B, de aanwijzingen die zij gaven, werden verduidelijkt door notities op papier. Deze schetsmatige routebeschrijving was het kunstwerk. Wanneer men alleen een mondelinge uitleg gaf, dan bleef het vel papier leeg. De notities werden later voorzien van het stempel “this way brouwn”. Brouwn: “Een this way brouwn is een portret van een miniem stukje aarde. Vastgelegd door het geheugen van de stad: een voorbijganger.”

Stanley Brouwns werk gaat over de ervaring van afstand en ruimte. Hij was gefascineerd door het verschil tussen de ‘universele’ maat van een meter en de menselijke maat van de voetstap. Met een grote strengheid wijdde hij zich aan het meten en noteren van afstanden. Onder de titel Steps had hij zijn eerste solo in het Stedelijk Museum in 1971. En bijna veertig jaar later, in 2010, lieten we in de tentoonstelling Taking Place een van de meest radicale, en mogelijk ook meest onopgemerkte, werken van Brouwn zien. In een verder lege museumzaal werd op ooghoogte op 6,5 cm links van de doorgang een plaatje geplaatst met de tekst 1 m=10dm=100cm=1000mm. Voor het lettertype refereerde hij aan een stuk tekst in de VPRO gids. En zoals bij alle werken van Brouwn mochten er geen titelbordjes of zaalteksten geplaatst worden. Brouwn was zeer uitgesproken over de wijze waarop zijn werk werd gepresenteerd, niet alleen in de museumzaal, maar ook in gidsen en catalogi. Zo werden er nooit personalia vermeld, bleef een portret van de kunstenaar, op zijn verzoek, altijd achterwege, en hield hij volledige controle over de informatie die er over het werk aan het publiek werd verstrekt. Zo bleef Stanley Brouwn tot het eind van zijn leven niet alleen een van de meest radicale conceptuele kunstenaars, maar wellicht ook een van de meest enigmatische persoonlijkheden van de moderne kunst in Nederland.

Door Leontine Coelewij, conservator Stedelijk Museum Amsterdam