Nieuws — 27 sep 2018

Toen Anthon Beeke voor het Stedelijk Museum begon te ontwerpen betekende dat een einde van een tijdperk. Van de modernistische vormgeving van Wim Crouwel, ging het museum voor het eerst over op het gebruik van meerdere ontwerpers waaronder Anthon Beeke als de belangrijkste. In plaats van affiches met typografie als het voornaamste element en weinig afbeeldingen, werden er nu sterk de aandacht trekkende beelden gecomponeerd. De gebruikte beelden berustten op Beeke’s fantasievolle interpretatie van de exposerende kunstenaar. Er worden opstellingen gemaakt die vervolgens werden gefotografeerd. Soms diende een menselijk lichaam of een deel daarvan als ondergrond of als mal. Er werd rechtstreeks op de menselijke huid geschilderd zoals bij Wanderlieder. Op het hoofd van Benno Premsela werd een deel van zijn collectie gestapeld en vervolgens werd de verzamelaar zo geportretteerd. Het waren interpretaties van de onderwerpen van de tentoonstelling zoals bij UABC, waar het vlees en de cactussen iets vertellen over de landen van herkomst. Het visitekaartje dat hij kreeg van beeldend kunstenaar Jeff Koons werd door Beeke toegepast als tekstonderdeel van het affiche. Het vrouwfiguurtje op het affiche voor de Malevich tentoonstelling dat de hele hoogte van het affiche inneemt, is in werkelijkheid slechts enkele centimeters groot, de typografie ontwierp Beeke zelf. Hij vond deze letters passen bij de tijd waarin de schilder leefde. 

Beeke vertelde in een interview (in tijdschrift Affiche, nr 3/4, 1992, blz 76) over zijn fascinatie voor het menselijk lichaam dat volgens hem alles kan uitbeelden, hij vond het een sterk communicatiemiddel. “Als je met behulp van het lichaam probeert te spreken, kan iedereen dat begrijpen, taal wordt dan overbodig terwijl de culturele boodschap blijft.” Zijn affiche voor het stuk Troilus en Cressida werd wereldwijd door menigeen beschouwd als te provocerend en op vele plaatsen geweerd van tentoonstellingen. Anthon Beeke betoogde dat hij juist de misstanden ten aanzien van het gebruik van het vrouwelijk lichaam aan de kaak stelde en daarmee de feministische zaak diende. Er is geen Nederlandse grafisch ontwerper zoveel gelauwerd én ook verketterd als Beeke. 

Hij werd  aanvankelijk bekend door zijn zwart-witte fotografische theateraffiches voor het Zuidelijk Toneel Globe en later door de meestal in kleurenfotografie uitgevoerde affiches voor Toneelgroep Amsterdam. Deze laatste werden regelmatig als schokkend ervaren en daardoor vervulden Beeke’s affiches precies de functie die ze moesten hebben; ze trokken de aandacht. Ze werden beklad of stuk gescheurd of door een verzamelaar meegenomen... Het zijn foto’s genomen ten behoeve van het affiche; het beeld werd niet ervaren als een ‘prachtige foto’ want tekst en beeld zijn duidelijk met elkaar een relatie aangegaan. Mede door de ingreep die soms in de foto werd gedaan, waren beeld en tekst erg afhankelijk van elkaar, zij vormen duidelijk samen de som der elementen. Er is ook geen duidelijke Beeke-stijl in de fotografie; daarvoor was de variëteit te groot.

In 1970 maakt hij samen met fotograaf Ed van der Elsken het blote meisjes alfabet als reactie op het New Alphabet dat Wim Crouwel in 1967 ontwierp en dat veel stof deed opwaaien. Het is een iconisch werk van Beeke dat werd gepubliceerd in de serie Kwadraatbladen. Deze werden uitgegeven door Steendrukkerij De Jong & Co en hierin was ook het New Alphabet verschenen.            

Anthon Beeke, Wanderlieder, 1991, 174.5 x 118.3 cm
  • Anthon Beeke, Kazimir Malevich, 1989, 177 x 120 cm
  • Anthon Beeke, Jeff Koons, 1992, 118 x 83 cm
  • Anthon Beeke, UABC, 1989, 173 x 117 cm
  • Anthon Beeke, Voorzien: toegepaste kunst uit de collectie Benno Premsela, 1993, 118 x 83 cm
  • Anthon Beeke, In de USSR en erbuiten, 1990, 118 x 83 cm

In 1981 trad hij  een korte tijd toe tot het ontwerpbureau Total Design waar Wim Crouwel de leiding had. Hij opende na zijn vertrek bij TD Studio Anthon Beeke. Zijn affiches voor de KunstRai uit die periode behoren tot de meest spraakmakende in de Nederlandse grafische vormgeving: het door een constructie met lepels aan het oog onttrokken gezicht van regisseur Gerardjan Rijnders van Toneelgroep Amsterdam, was het eerste in de reeks en dat bracht veel extra bezoekers naar de KunstRai. Het omzwachtelde met ei en ketchup  besmeurde hoofd van Stedelijk Museum directeur Rudi Fuchs, treurend om de beschadigde Barnett Newman schilderijen in zijn museum is een confronterend affiche uit de reeks.

Beeke hield zich niet alleen bezig met affiches, maar maakte ook veel boeken, als ontwerper en als samensteller. Hij publiceerde onder andere in 1997 Dutch posters 1960 - 1996 : a selection by Anthon Beeke, waarop hij inmiddels een vervolg had voltooid dat nog verschijnen moet. Samen met zijn partner Lidewij Edelkoort publiceerde hij het tijdschrift View on Colour van 1992 tot 2005. Dit was sterk geïnspireerd door de rol die Edelkoort speelt als trendforecaster. Met haar maakte hij ook de serie affiches Bloom voor de Hortus Botanicus van Amsterdam, waarbij het hier wél degelijk gaat om de prachtige foto van een enkele bloem, geïsoleerd, uitvergroot, en zeer esthetisch weergegeven.

Tien jaar geleden werd Anthon Beeke getroffen door een herseninfarct, wat voor deze markante persoonlijkheid een fase inluidde van moeilijk communiceren. Desondanks bleef hij blijmoedig verschijnen op openingen in het museum. Zijn aanwezigheid zal zeer gemist worden in het Stedelijk en op andere gebeurtenissen rond de kunst en de grafische vormgeving. 

Het Stedelijk heeft een van zijn grote ontwerpers verloren. Gelukkig bevindt zich veel van zijn  werk in de collectie, zijn we voor altijd daarmee verbonden, en kan het ook een bron van inspiratie zijn voor een jonge generatie.

 Carolien Glazenburg, conservator grafische vormgeving, Stedelijk Museum Amsterdam