Nieuws — 19 dec 2007

De verbouwing van het Stedelijk Museum is in volle gang. Op 14 november hebben zo’n driehonderd direct omwonenden, vrienden van het museum en andere betrokkenen de vorderingen met eigen ogen kunnen aanschouwen.

Het museum en het Projectmanagementbureau gaven die dag niet alleen een uitgebreide toelichting op de nieuwbouw, maar verzorgden ook een korte rondleiding door een deel van het gestripte museumgebouw. Eind 2009 is de verbouwing klaar, inclusief de nieuwe aanbouw van architectenbureau Benthem Crouwel.

Deze woensdagmiddag viert het Stedelijk Museum de officiële start van de bouw van het museum. Omdat het museum in deze fase van de bouw al behoorlijk gestript is, biedt het gebouw een surrealistische aanblik. Bakstenen muren met hier en daar gaten, reusachtige rode H-balken, houten loopplanken en veel mannen met helmen. Bouwlampen en een enkele tl-buis zorgen voor de verlichting van het voormalige restaurant, waar alle bezoekers vandaag worden ontvangen De bijeenkomst begint om vijf uur, maar een kwartier voor aanvang is het al behoorlijk vol in het restaurant. Een opgewonden geroezemoes klinkt door de hal. Sommigen proberen voor de rondleiding van straks alvast een witte bouwhelm te bemachtigen, zodat ze zeker weten dat ze aan de beurt komen – het ware schoolreisjesgevoel.

Buurtbewoonster Janine Osmers en haar zoon hebben hun helm al opgezet. Janine woont tegenover het Stedelijk Museum en ziet het gebouw elke dag groeien. “Ik ben erg benieuwd hoe het gaat worden en ik vind het leuk om met eigen ogen te kunnen zien hoe het nu gaat met de verbouwing. Natuurlijk maakt dat heien een denderend kabaal, maar dat is het zeker waard. Als je in de stad over dat soort dingen struikelt, gebeurt er nooit meer iets.”

Sprekers
Voordat de rondleiding door het museum begint, kondigt Marjolijn Bronkhuyzen(Stedelijk Museum) echter drie sprekers aan. De eerste die plaatsneemt achter het spreekgestoelte is museumdirecteur Gijs van Tuyl. Hij geniet zichtbaar van de grote belangstelling voor de verbouwing van zijn museum en zwaait vrolijk met zijn oranje helm. Hij vertelt dat het gebouw grotendeels wordt teruggebracht in de oorspronkelijke staat van 1895. “Maar niet helemaal: de witte muren van Sandberg (voormalig museumdirecteur, JK) komen terug, omdat die onze collectie het best tot zijn recht laten komen. Het gaat uiteindelijk om de kunst, niet om het gebouw. Met de aanbouw – de ‘badkuip’ van Benthem Crouwel – krijgen we er 2500 vierkante metertentoonstellingsruimte bij. In het Post CS gebouw laten we nu met Warhol al zien wat met beogen met de nieuwbouw: het organiseren van tentoonstellingen op wereldniveau. In de ‘oudbouw’ kunnen we onze vaste collectie in volle glorie exposeren. Dit museum moet straks weer jullie huis worden. Niet alleen van Nederland en de hoofdstad, maar vooral ook van Amsterdam-Zuid.”

De volgende die de microfoon neemt, is stadsdeelvoorzitter Egbert de Vries. De verbouwing en nieuwbouw van het Stedelijk Museum is voor stadsdeel Oud-Zuid aanleiding om opnieuw te kijken naar de inrichting van het Museumplein, meldt De Vries. “De inrichting van het plein heeft in de loop van de tijd altijd ter discussie gestaan, ook nu weer – kijk maar naar de ingezonden brieven die in het Parool staan over de grasmat. Als stadsdeel zien we onder ogen dat het Stedelijk Museum straks zijn ingang heeft aan het plein, dus dat je ook naar de omgeving van het museum moet kijken. Onze intentie is zeker niet om het Museumplein compleet op de schop te nemen, maar het plein te ontwikkelen in samenhang met de musea die eraan liggen. We willen u graag uitnodigen om de komende tijd met ons van gedachten te wisselen over de toekomst van het plein.”

Omdat de directeur van het Projectmanagementbureau (PMB) iets verlaat is, krijgt de hoogste baas van bouwbedrijf Midreth ook nog even de gelegenheid iets te zeggen. Tot hilariteit van de aanwezigen richt Joop Leliveld zich eerst even tot de museumdirecteur. “Ik begrijp van Van Tuyl dat het vooral gaat om de kunst, maar volgens mij zou het zonder schilderijen ook een druk bezocht gebouw worden. We hebben nog nooit zoveel belangstelling gehad voor een bouwproject. We proberen er ook voor de buurt een mooie bouwput van te maken en hopen dat u zo min mogelijk last heeft van de bouw.” Het slotwoord is voor PMB-directeur Herman van Vliet: “U krijgt nu de unieke gelegenheid om voor het eerst het museum in al zijn naaktheid te aanschouwen. Geniet ervan, want dit is het Stedelijk Museum zoals u het nooit meer zult zien.”

Rondleiding
In groepjes van tien krijgen alle bezoekers nu een rondleiding door een deel van het Stedelijk Museum in aanbouw. De korte wandeling voert langs steenhopen, stapels balken en stempels die de plafonds ondersteunen. Bij de eerste stop vertelt een van de gidsen (een bouwprojectmanager) buiten over de nieuwbouw. In een decor van heistellingen en heftrucs wijst hij op het rood-witte lint halverwege de bouwput, dat aangeeft tot waar de nieuwbouw komt. “De ‘badkuip’ aan de bovenkant krijgt een huid van wit composiet, maar de glasgevel op pleinniveau zorgt voor mooie zichtlijnen met het oude gebouw. Als enige museum heeft het Stedelijk hier straks een entree aan het Museumplein.” Een vrouw vraagt zich af wat er straks gebeurt met de Albert Heijn, die precies tegenover de nieuwe ingang ligt. “Wat ons betreft is het het mooiste als de supermarkt verplaatst wordt.”

In een van de oude tentoonstellingszalen aan de kant van de Paulus Potterstraat vraagt de gids de groep opnieuw om even te stoppen. Goed zichtbaar zijn de oude ton-gewelven uit 1895, die straks weer aan het oog onttrokken worden door een verlaagd plasfond met daarboven de technische installaties. Vanwege de kale bakstenen muren waan je je haast in een oud kasteel, maar voorheen hingen hier enkele topstukken van het Stedelijk. “Vanwege het noorderlicht”, weet de gids. Twee vrouwen vragen hem om straks te zorgen voor genoeg bankjes. “Zodat we rustig van de kunst kunnen genieten.”

De rondleiding voert tenslotte langs de oude ingang (straks alleen nog voor groepen) naar de monumentale trap, die gelukkig behouden blijft. Als ze de trap beklommen hebben, zijn de bezoekers zichtbaar onder de indruk van de immense bovenzaal – ondanks het afbladderende plafond. De bouwprojectmanager: “Deze zaal blijft grotendeels behouden en wordt straks een grootse entree voor de eerste verdieping, met prachtig licht.” Met deze opmerking eindigt de korte rondleiding door de verbouwing. Om veiligheidsredenen kan het geplande bezoek aan de kamer met proefopstellingen voor de toekomstige lichtval helaas niet doorgaan.

Interessant
Na afloop bekent Janine Osmers dat ze de rondleiding door het Rijksmuseum toch indrukwekkender vond. “Het Rijks is gewoon een veel mooier gebouw. Maar ik vond het zeker interessant om bijvoorbeeld te horen hoe ze het in het Stedelijk straks gaan doen met de temperatuurbeheersing en de luchtvochtigheid. Zelfs de vrachtwagens moeten eerst acclimatiseren in een speciale lift! Hoe de nieuwbouw er in werkelijkheid uit komt te zien, kan ik me nu nog moeilijk voorstellen. Als ‘overbuurvrouw’ hoop ik dat de aanbouw niet te veel een plastic-achtig uiterlijk krijgt. Het lijkt me echter fantastisch om de collectie van het museum straks weer te kunnen bezichtigen in een nieuw gebouw.”