Voor de Marina Abramović-tentoonstelling geldt een toeslag. Zie Stedelijk.nl/toeslag, ook voor uitzonderingen.

Nieuws — 3 mrt 2014

Het Stedelijk Museum heeft twee werken aangekocht van de Britse kunstenaar en regisseur Steve McQueen, die gisteren de Oscar voor Beste Film kreeg voor 12 Years a Slave. De aankoop van McQueens Mees, After Evening Dip, New Year’s Day, 2002 uit 2005 en Running Thunder uit 2007 zijn mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van het Titus Fonds van de Vereniging Rembrandt, het Mondriaan Fonds en de BankGiro Loterij. De werken zijn vanaf 13 december in het Stedelijk te zien, in een groot overzicht van videokunst uit de collectie.

Bart Rutten, conservator beeldende kunst bij het Stedelijk Museum: “We zijn bijzonder trots op deze dubbelaankoop. Het museum koestert een lange en vruchtbare relatie met McQueen en had al een prachtig werk van hem in de collectie. Bovendien realiseerde hij in 2012 in samenwerking met het Stedelijk het bijzondere project Blues Before Sunrise in het Vondelpark. Deze aankoop is ook een kroon op het werk van Ann Goldstein; de inspanningen voor de verwerving van het werk begon tijdens haar directoraat. Het zal haar laatste aankoop zijn.”

De twee aangekochte werken zijn samen met het reeds in de collectie aanwezige 7th November op te vatten als een drieluik. Op fijnzinnige wijze etaleren ze, vanuit een maatschappelijke betrokkenheid, de kracht van beweging, suspense en het filmische verhaal in met de camera gereproduceerd beeld van de werkelijkheid.

Mees, After Evening Dip, New Year’s Day, 2002, een foto in een lichtbak met kleurtransparantie, is kenmerkend voor McQueens benadering: hij vangt een cruciaal moment – een moment dat een suggestie biedt over wat er net gebeurd is en wat er gebeurt in de nabije toekomst – in één foto. Een bibberend jongetje staat met een handdoek op het strand, hij heeft net de Nieuwjaarsduik van 2002 genomen. Het is het eerste nieuwe jaar na de onomkeerbare gebeurtenissen van 9/11 in 2001. Het stilstaande beeld van de kauwkleumende Mees krijgt in de lichtbak de uitstraling van een filmprojectie en de suggestie van beweging en tijdsverloop.

Running Thunder is een kleurenfilm van ruim 11 minuten, die zonder geluid op 16mm wordt getoond in een loop. Het lijkt een rustend paard in een weiland, het shot is statisch. Het gras rondom het paard beweegt langzaam in de wind en een vlieg cirkelt om het dier heen, op een gegeven moment gaat het op de oogbal van het paard zitten. Het paard knippert niet en ineens valt het op dat het dier helemaal niet beweegt. Zijn staart ligt stil. Het dier is dood en blijkbaar al een tijdje. De titel van het werk, Running Thunder, is misleidend en roept associaties op met paardenraces, snelheid en (paarden)kracht. Running Thunder lijkt ook naar ‘de stilte’ voor de naderende storm te verwijzen. De statische opname brengt onverwacht veel suspense met zich mee, terwijl dit in film traditioneel met geluid en beweging wordt bewerkstelligd.

Steve McQueen (GB, 1969) woont en werkt in Londen en Amsterdam. Hij studeerde aan de Chelsea College of Art and Design, Londen (1989-1990), Goldsmiths College, Londen (1990-1993) en Tisch School of the Arts, New York University (1993-1994). Zijn leerschool begint op de kunstacademie en vervolgens de filmacademie; zijn oeuvre kenmerkt zich dan ook door een zeer gelaagde combinatie van beeldende kunst en film, waarbij hij meest recent speelfilms voor een groot publiek maakt. Voor zijn werk won McQueen verschil-lende prijzen waaronder de ICA Futures Award (1996) en de Turner Prize (1999).

McQueen is bij een groter publiek vooral bekend als regisseur van fictiefilms. Tegelijkertijd stelt hij de conventies van de commerciële filmindustrie op de proef met confronterende en schokkende onderwerpen, zoals in zijn speelfilms Hunger (2008), Shame (2011) en 12 Years a Slave (2013), waarvoor hij gisteren de Oscar kreeg voor Beste Film. In zijn beeldende kunst gebruikt McQueen op verschillende manieren filmische middelen. Blues Before Sunrise is een voorbeeld van een project waarbij hij de conventies van de populaire speelfilm – waarin de kleur blauw traditioneel wordt ingezet om gevoelens van mysterie, vervreemding en achterdocht op te roepen – doorzet in een publieke installatie waarmee hij het Vondelpark transformeerde tot filmset.

Het Stedelijk Museum is vrijwel tegelijkertijd met de opkomst van film- en videokunst in de jaren zestig begonnen met het verzamelen van kunst die gebruik maakt van bewegend beeld. Daarmee is het één van de eerste musea in de wereld die zich op videokunst richtte. Met ruim 900 video’s en installaties vormt het tegen-woordig een belangrijke collectiekern en speerpunt in het collectiebeleid. Deze aankopen sluiten aan op werk uit de collectie van generatiegenoten van Steve McQueen, zoals Douglas Gordon, Tracy Emin, Sam Taylor-Wood, Fiona Tan en Aernout Mik. Vanwege de verwijzingen naar het medium en de conventies van film past het ook in de traditie van in de collectie opgenomen kunstenaars als Bruce Nauman en Peter Greenaway.

Deze aankopen zijn mogelijk gemaakt dankzij de steun van het Titus Fonds van de Vereniging Rembrandt, het Mondriaan Fonds en de BankGiro Loterij.