Voor de Marina Abramović-tentoonstelling geldt een toeslag. Zie Stedelijk.nl/toeslag, ook voor uitzonderingen.

Nieuws — 13 sep 2005

Het oeuvre van Vito Acconci kenmerkt zich door een grote artistieke diversiteit. Waar in zijn vroege werk gedichten, foto’s en performances een centrale plek innamen, staat hij de laatste tijd vooral in de belangstelling met projecten in de openbare ruimte, onder de naam Acconci Studio. De retrospectieve tentoonstelling ‘Vito Hannibal Acconci Studio. Word / Action / Architecture’ in Stedelijk Museum CS besteedt niet alleen ruim aandacht aan het vroegere werk van de Amerikaanse kunstenaar, maar ook aan diens recentere architecturale projecten.

Vito Acconci (New York, 1940) verwierf in de jaren zestig, samen met kunstenaars als Allan Kaprow, Bruce Nauman en Dan Graham bekendheid met zijn performances en daarvan afgeleide videokunst. In deze performances staat doorgaans een directe confrontatie met de beschouwer centraal, op een zeer indringende manier. Hij volgt voorbijgangers naar hun bestemmingen of masturbeert onder de vloer van de galerie en laat de bezoekers het geluid daarvan horen via speakers. De grootste faam genieten zijn performances waarin hij de (pijn)grenzen van het eigen lichaam aftast: zichzelf bijt, op de grond valt of zich met de hand ontdoet van een vierkante decimeter lichaamsbeharing. Bekend werk uit deze periode is Blindfolded Catching (1970), waarin hij keihard naar hem toegegooide rubber ballen tracht te vangen, geblinddoekt. In ‘Vito Hannibal Acconci Studio. Word / Action / Architecture’ is vrijwel het complete overzicht van dit performancewerk te zien.

De performances ontstonden vanuit de poëzie, waarmee Acconci in de jaren ’60 regelmatig in literaire tijdschriften publiceerde. Voor het eerst wordt daarvan nu ook een breed overzicht gegeven, zowel in de tentoonstelling als in de begeleidende publicatie. Speciaal voor de presentatie in Stedelijk Museum CS heeft Acconci Studio een poëzietafel ontworpen in een ruimte waarin de teksten in verband worden gebracht met performancefoto’s. Een ander onderdeel van de tentoonstelling bestaat uit de Audio Stations, plekken waar de bezoekers kunnen luisteren naar de Acconci’s gesproken tekstwerken. 
Daarnaast zijn op deze tentoonstelling tal van installaties te zien waarop Acconci zich medio jaren ’70 ging toeleggen. Uit de expositie wordt duidelijk dat het, van zijn poëzie via zijn performances en installaties, een relatief kleine stap was naar zijn werken voor de openbare ruimte en zijn huidige architecturale praktijk. Door zijn continue zoektocht naar de grenzen tussen het persoonlijke en het collectieve heeft hij al deze gebieden betreden, waarbij zijn fascinatie voor, en verkenning van, ruimte – in de verschillende betekenissen van dat woord – het belangrijkste terugkerende gegeven is.
 
De huidige, hernieuwde belangstelling voor de performancekunst maakt het vroege oeuvre van Acconci weer verrassend actueel. De presentatie van zijn zelden tot nooit getoonde video- en fotowerk biedt een vruchtbare, historische context aan deze tendens in de hedendaagse kunst. Met zijn projecten voor de openbare ruimte is Acconci evenzeer een pionier, al was het maar om de (landschaps-)architecturale dimensies ervan. Ook dit werk confronteert de bezoeker vaak met zijn eigen existentie, zoals wel blijkt uit zijn project Personal Island voor de Floriade in Zoetermeer in 1992, Park in het water dat in 1997 in Den Haag werd gerealiseerd en het recent opgeleverde, futuristisch ogende paviljoen Island in the Mur in Graz, Oostenrijk. Van dergelijke projecten zijn ontwerpen en maquettes te zien. Speciaal voor de tentoonstelling ontwikkelde Acconci Studio Film Rooms waarin doorlopend impressies worden vertoond van verschillende concepten en plannen van gerealiseerde en ongerealiseerde ontwerpen.

Al in 1978 had het Stedelijk Museum het eerste grote overzicht van Acconci in Nederland, samengesteld door conservator Dorine Mignot (die ook de organisatie van de huidige tentoonstelling in Stedelijk Museum CS coördineert). Sindsdien heeft het museum de ontwikkelingen van diens oeuvre nauwgezet gevolgd en onder meer videowerk aangekocht voor de collectie. Toen het Museu d’Art Contemporani de Barcelona (MACBA) in samenwerking met Corinne Diserens – samensteller van de bejubelde retrospectief van Dan Graham in het Kröller-Müller Museum in 2002 – onlangs een nieuwe overzichtsexpositie organiseerde, heeft het Stedelijk hier direct op ingehaakt om de eerdere betrokkenheid met Acconci een vervolg te kunnen geven.

De expositie ‘Vito Hannibal Acconci Studio - Word / Action / Architecture’ is geïnitieerd door het Museu d’Art Contemporani de Barcelona, en georganiseerd met het Musee des Beaux-Arts de Nantes, in samenwerking met het Stedelijk Museum Amsterdam.