Tentoonstelling — 5 okt 2002 t/m 15 feb 2003

De Gemeentelijke Kunstaankopen 2001-2002 staan dit jaar in het teken van de twee-dimensionale autonome beeldende kunst, met nadruk op de teken- en schilderkunst. In de meeste voorgaande aankopenexposities kwam vooral de jongste kunst aan bod, maar nu zijn deelnemers uit alle leeftijdscategorieën vertegenwoordigd. Inmiddels zijn de voorbereidingen voor de Gemeenteaankopen 2003: Fotografie gestart.

Sinds 1995 ligt de eindverantwoordelijkheid en coördinatie voor de Gemeentelijke Kunstaankopen bij het Stedelijk Museum. De nadruk is daardoor meer op de presentatie van de werken gaan liggen. Waar de Gemeenteaankopen oude stijl poogden een representatieve doorsnede van de Amsterdamse kunstproductie te geven, zet de nieuwe regeling de actuele kunstproductie in perspectief, waarbij telkens een discipline of specifiek thema het uitgangspunt is. Zo was ‘Display’, begin dit jaar, toegespitst op sieraadkunst, terwijl in ‘For Real’ eind 2000 de relatie kunst en werkelijkheid centraal stond in voornamelijk installatie- en videokunst. 

In deze nieuwe opzet is het aantal geselecteerden relatief klein, maar dat heeft als voordeel dat er kernachtiger kan worden aangekocht en de aankopen meer kans maken om regelmatig in de collectiepresentaties van het Stedelijk op te duiken. Op de onderhavige expositie ligt het accent op twee- dimensionale kunst, in het bijzonder schilderkunst. Er waren zeshonderd inzenders, waaruit de jury na drie selectierondes uiteindelijk een keuze maakte van 22 kunstenaars(duo’s). Op de tentoonstelling die van hun werk wordt gemaakt is iets meer dan de helft vertegenwoordigd met schilderkunst, maar ook andere disciplines zoals fotografie en videokunst zijn ruimschoots aanwezig. De tentoonstelling toont onder meer de wederzijdse beïnvloeding van deze verschillende media.

De schilderkunst is al vele malen dood verklaard maar de tentoonstelling bewijst de nog altijd grote aantrekkingskracht ervan. Een aantal kunstenaars slaagt er nog steeds in om nieuwe fascinerende wegen te bewandelen, hetzij binnen de traditie van de abstractie, hetzij op heel verschillende wijze teruggrijpend op ‘oudere’ tradities, of zoekend naar oplossingen tussen figuratie en abstractie. De schilderijen van de van oorsprong Russische Tatiana Yassievich bijvoorbeeld reiken terug naar het impressionisme, maar haar stadsgezichten zijn daar toch weer een dermate eigenzinnige, opvallende variant op dat ze zijn uitgekozen voor de aankoopronde.

Soms is het platte vlak niet voldoende en wordt het werk uitgebreid tot een installatie, zoals bij de inzendingen van Lily van der Stokker en Fransje Killaars het geval is. Berend Strik & One Architecture tonen een aantal geborduurde studies voor het interieur van een huis dat zij ontwerpen voor een Amerikaanse tweeling die aan het syndroom van Gilles de la Tourette lijdt. De borduursels hebben een geluiddempende werking. 

Kunstenaars maken tegenwoordig vrijelijk gebruik van al de verworvenheden van hun voorgangers. Ze zijn niet alleen meer schilder of beeldhouwer in de traditionele zin, maar maken gebruik van alle middelen die hen ten dienste staan. Edwin Zwakman en Gerald Van Der Kaap bijvoorbeeld ‘schilderen’ met fotografie; Marijke van Warmerdam en Jan Dietvorst met bewegende beelden. Laatstgenoemde werkte samen met Roy Villevoye aan een filmproject in Nieuw Guinea waarvan de resultaten nu in het Stedelijk worden getoond. 

Overigens bevinden zich van een behoorlijk aantal kunstenaars al een of meerdere werken in de collectie van het Stedelijk Museum en sommigen hadden er ooit al een solotentoonstelling. De deelnemers aan de tentoonstelling komen uit alle leeftijdscategorieën variërend van 26 jaar (Fleur Boonman) tot 83 (Loes van der Horst). De actuele kunst wordt immers niet alleen gedragen door de allernieuwste en jongste, maar ook door de meer gerijpte kunstenaars.

De architect Michael van Leeuwen van het Utrechtse architectenbureau Sluijmer & Van Leeuwen maakte het ontwerp voor de tentoonstelling in de Sandbergvleugel. Omdat de expositie in deze glazen vleugel plaatsvindt (waarschijnlijk de laatste voordat de renovatie van het Stedelijk van start gaat), maar ook omdat het in de hedendaagse kunst enigszins veronachtzaamde medium van de schilderkunst centraal staat, draagt de expositie de titel ‘Life in a Glass House’. De tijd zal leren dat de aankopen die hier uit volgen, echter zeker geen kasplantjes zijn. Ook verwijst de titel naar de defensieve positie waarin de kunstwereld zich thans lijkt te bevinden.

De jury bestond dit keer uit Jaap van den Ende (beeldend kunstenaar, Delft), Marie van Leeuwen (beeldend kunstenaar, Amsterdam), Maxine Kopsa (kunsthistoricus en kunstcriticus), Sven Lütticken (docent kunstgeschiedenis VU en criticus) en Stedelijk-conservator Jan Hein Sassen (voorzitter).

De catalogus is ontworpen door het jonge ontwerpbureau COUP, bestaande uit Peter van den Hoogen en Erica Terpstra. Deze catalogus (NL/E) bevat het juryrapport van Jan Hein Sassen en een essay van Sven Lütticken, die met een theoretische visie op de hedendaagse kunst de tentoonstelling op een interessante wijze belicht. Verder bevat het boek biografieën van alle kunstenaars en entries op de tentoongestelde werken. Prijs ca. €23,50.

De kunstenaars
Tiong Ang, Fleur Boonman, Hans Broek, Jan Dietvorst & Roy Villevoye, Juul Hondius, Loes van der Horst, Twan Janssen, Gerald van der Kaap, Fransje Killaars, George Korsmit, Klaas Kloosterboer, Jos van Merendonk, Jan van der Ploeg, Jan Rothuizen, Lily van der Stokker, Berend Strik & One Architecture, Michael Tedja, Esther Tielemans, Koen Vermeule, Marijke van Warmerdam, Tanja Yassievich, Edwin Zwakman

De opening was vrijdag 4 oktober 2002 met Special Live Acts van KidGoesting (BlackLabel/_xerox), electro én: 3-1, electrobob.

December 2002 maakte directeur Rudi Fuchs zijn keuze bekend. Van de volgende kunstenaars is werk aangekocht: Tiong Ang, Fleur Boonman, Hans Broek, Juul Hondius, Twan Janssen,
Gerald van der Kaap, Fransje Killaars, Klaas Kloosterboer, Jos van Meerendonk, Berend Strik (i.s.m. One Architecture) en Edwin Zwakman