Tentoonstelling — 20 jun t/m 29 sep 2008

Het Stedelijk Museum nodigt regelmatig kunstenaars uit om een keuze te maken uit de collectie, gekleurd door hun eigen artistieke perspectief. Deze keuze wordt ook verbonden aan een nieuwe aanwinst. Ditmaal geeft de Duitse kunstenaar Wolfgang Tillmans (1968) een eigenzinnige visie op de collectie, die tegelijkertijd een verrassende context biedt aan zijn eigen oeuvre. In deze serie werd eerder de presentatie van Tino Sehgal (2006) genomineerd voor de AICA Award.

Wolfgang Tillmans staat bij het grote publiek bekend als fotografisch vertolker van een hedendaags levensgevoel waarin muziek en subcultuur, maar ook sociale betrokkenheid kernbegrippen zijn. De scheidslijn tussen queer en straight, tussen high en low culture lijken in zijn werk geen rol te spelen. Zijn vroege beelden van vrienden, clubbers, activisten en kunstenaars gelden als uitdagend, rauw, romantisch en seksueel geladen. Het afgelopen decennium heeft Tillmans’ horizon zich verder verbreed. Met zijn specifieke manier van beelden maken doet hij verschillende onderwerpen aan, waarbij hij zwenkt tussen zijn onmiddellijke omgeving, de natuur, de politiek, religie, wereldthema’s als de aids-crisis, maar net zo goed de abstracte kwaliteiten van een beeld. In zijn installaties maakt hij gebruik van een vrije mix van beelden uit uiteenlopende visuele categorieën.

Tillmans werkt als het ware aan een catalogus waarin elk beeld op zichzelf kan staan maar ook onderdeel is van een groter geheel. In iedere tentoonstelling brengt hij nieuwe combinaties van die beelden tot stand. Terwijl hij zowel de picturale als de materiële kwaliteiten van het beeld benadrukt, experimenteert Tillmans steeds met zijn eigen materiaal: hij drukt werk opnieuw af, brengt het in andere schaalverhoudingen en kleurstellingen of zelfs binnen een driedimensionaliteit.

Fotografie en installatie gaan bij Tillmans hand in hand en zijn voor hem in feite ondeelbare expressiemiddelen. Vooral de laatste jaren is de relatie werk – ruimte centraal komen te staan. Ook de abstracte kwaliteiten van zijn werk zijn steeds prominenter geworden sinds hij abstraherende processen op beelden losliet door ze vele malen door het fotokopieerapparaat te halen, in een hoge resolutie te scannen en vervolgens tot grote C-Prints op te blazen. Recenter zijn de volledig abstracte composities die in de donkere kamer tot stand komen door de directe manipulatie van licht op papier. Toeval speelt daarbij een grote rol.

De titel van de tentoonstelling verwijst naar de open en alerte blik waarmee Tillmans de wereld om zich heen beschouwt en hoe hij daar via een rijk en divers beeldrepertoire op reflecteert. Voor de tentoonstelling in het Stedelijk Museum brengt Tillmans zijn eigen werk in verband met een aantal artistieke geestverwanten die op hun eigen wijze blijk geven van een ‘tegenwoordigheid van geest’. Bijvoorbeeld vanwege hun open en vrije benadering van beeld en materiaal, zoals de Duitse kunstenares Isa Genzken, met wie Tillmans een aantal malen exposeerde. Ook toont hij werk van kunstenaars die hun eigen beeldarsenaal steeds opnieuw inzetten, zoals René Daniëls en Daan van Golden. Zijn eigen experimenten met de abstracte kwaliteiten van het fotobeeld brengt hij in dialoog met het werk van Ellsworth Kelly, Morris Louis, Larry Bell, Robert Mangold, Bruce Nauman en Niele Toroni. De sociaal-politieke kant van zijn oeuvre komt tot uiting in zijn keuze voor Roberto Matta, Peter Hujar en Timur Novikov.

Nieuwe aankoop: Stedelijk Room

Bijzonder onderdeel van de tentoonstelling is de installatie die Tillmans speciaal voor het Stedelijk ontwikkelt en die door het museum aangekocht wordt: de Stedelijk Room. Daarin combineert Tillmans abstracte beelden met portretten, landschappen, stillevens en stadsgezichten. Hij selecteert nieuwe foto’s naast iconische beelden die reeds lang niet meer beschikbaar zijn en die hij ter beschikking stelt uit zijn eigen collectie. Tillmans geeft de installatie op punten een Amsterdams/ Nederlands karakter, met het zelfportret Mosshat (1988), gemaakt tijdens een verblijf als twintigjarige in Amsterdam, en een foto van een schilderij van Willem van Oranje. Ook is er een beeld dat refereert aan een van de eerste abstracte composities die hij maakte, ter gelegenheid van de tentoonstelling From The Corner of the Eye in 1998 in het Stedelijk. Iconen uit Tillmans oeuvre in de Stedelijk Room zijn Lutz & Alex, climbing tree (1992), police helicopter (1995), man pissing on chair (1997) en het zwart-wit beeld van een ineengestrengelde vriendengroep in Arkadia I (1996). In contrast met deze foto’s staan recente, grootschalige abstracte composities als Freischwimmer 118 (2005) en Silver 50 (2006). Tot de Stedelijk Room behoren ook drie tafels met montages van foto’s en knipsels uit kranten en tijdschriften die in dialoog staan tot met de beelden aan de wand.

De tentoonstelling is samengesteld door Wolfgang Tillmans in nauwe samenwerking met Martijn van Nieuwenhuyzen, conservator Stedelijk Museum.

Klik hier voor een interview met Wolfgang Tillmans en Martijn van Nieuwenhuyzen over de keuze van de collectie en de betekenis van Tillmans werk.
Gemaakt door: MVS Media