In zijn Achromes, waarmee hij in 1957 begon, trachtte Manzoni elke verwijzing naar het verhalende, inclusief kleur, uit te bannen. Daarom noemde hij zijn werk 'achrome' of 'zonder kleur'. Manzoni drenkte het doek in kaolien, een klei die wordt gebruikt voor de productie van porselein en zeer langzaam droogt. Hij beschouwde kaolien als kleurloos. Manzoni liet de compositie tijdens het uitharden met rust. Het gewicht van het object zelf beïnvloedde het uiteindelijke resultaat, waardoor de rol van de kunstenaar bij het ontstaan van het werk tot een minimum werd beperkt. ‘We mogen een schilderij absoluut niet beschouwen als een ruimte waarin we onze geesteshoudingen projecteren, maar als onze ruimte voor vrijheid, waar we op zoek kunnen gaan naar onze eerste beelden. Beelden die zo absoluut mogelijk zijn, die niet kunnen worden gewaardeerd voor wat ze oproepen, verklaren, uitdrukken, maar slechts voor wat ze zijn: puur zijn’. Manzoni's Achromes zijn een directe reactie op de Monochromes van Yves Klein, die in januari 1957 voor het eerst werden tentoongesteld.
c/o Pictoright Amsterdam/Stedelijk Museum Amsterdam

Vervaardigers

Collectie

Overige

Datum vervaardiging

1959

Bibliotheek

Klik hier om 18 aan dit werk gerelateerde documenttitels te zien

Afmetingen

77.3 x 91 x 6.6cm.

Materiaal en techniek

kaolien op geplooid doek

Objectnummer

A 28686