Het gesluierde hoofd van de jonge vrouw, bijna nog een meisje, is naar links gewend. Haar beide handen zijn opgeheven, de ene voor de kin, de andere rust tegen haar borst. Uit haar houding blijkt een toestand van geconcentreerd kijken. De voorstelling lijkt onderdeel te zijn van een groter tafereel want het object van haar aandacht bevindt zich buiten het kader. Het fragmentarische karakter blijkt verder uit haar linkerhand die boven de pols door de onderrand wordt afgesneden. Haar gestalte heeft de vage contouren van een verschijning of een droombeeld. Een effect dat Matthijs Maris verkreeg door meerdere lagen over elkaar heen te schilderen met een uiterst droge, rulle verf, hetgeen resulteerde in een mat oppervlak. Van hem zijn meerdere bruidjes bekend. De vroegste dateert uit 1865-1869. Evenals de kleine kinderen die hij schilderde, stonden zij symbool voor zuiverheid. Vanwege het soms sprookjesachtige karakter van zijn werk onderscheidde hij zich al vroeg van zijn Haagse School-collega’s. Hij zou zich ontwikkelen tot een voorloper van het Symbolisme, waarin het thema van de bruid door Toorop en Thorn Prikker werd verbeeld. In Engeland, waar hij zich in 1877 had gevestigd, schilderden de Praerafaëllieten soortgelijke vrouwenfiguren.

Vervaardigers

Collectie

Overige

Datum vervaardiging

1898 of eerder

Bibliotheek

Klik hier om 3 aan dit werk gerelateerde documenttitels te zien

Afmetingen

75 x 59.5 x 5cm.

Materiaal en techniek

olieverf op doek

Objectnummer

A 2275

Credits

schenking Vereeniging tot het Vormen van eene Openbare Verzameling van Hedendaagsche Kunst te Amsterdam (VVHK) / gift of the Association for the Formation of a Public Collection of Contemporary Art in Amsterdam (VVHK)

Lees informatie over de auteursrechten van dit kunstwerk