Onderdeel van de
tentoonstelling

Amsterdam magisch centrum Kunst en tegencultuur 1967–1970

7 jul 2018 t/m 6 jan 2019

Longread — 18 dec 2018 — Christely van Mourik

De seksuele revolutie had meerdere gezichten. Er werd bevrijd, verleid, verlekkerd en voorgelicht. Dat blijkt ook als je door tijdschriften uit de jaren 60 bladert. Voorlichting vind je vooral in het materiaal van de N.V.S.H., de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. De tijdschriften SUCK en Gandalf bevatten revolutionaire essays. ‘Vieze blaadjes’ als Candy en Spetter staan vol met hitsige contactadvertenties. Het tijdschrift Gandalf, dat in vijf jaar tijd 58 keer verscheen, was het grootst. Met zijn revolutionaire beeldtaal en soms provocerende bijdragen van grote literaire namen was Gandalf ook het meest interessante blad van de revolutie. Hoe kijken we nu, 50 jaar later, naar deze ‘Nederlandse Charlie Hebdo’?

Taboedoorbrekend

Het tijdschrift Gandalf bestond van 1964 tot 1971. In het magazine worden diverse thema’s besproken. Het koningshuis, religie en het gezin komen aan bod, maar ook serieuze en minder serieuze experimenten met het lichaam. Al deze thema’s worden in Gandalf steeds op de een of andere manier in een seksuele context geplaatst. Bij experimenten met het lichaam ligt dit voor de hand, maar door ook thema’s als het koningshuis aan seks te relateren, doorbreekt Gandalf bewust taboes. Zo schrijft Piet Hamelink, die samen met Guus Dijkhuizen de redactie vormt, in nummer 15: ‘Seksualiteit, monarchie en godsdienst, daar kom je toch telkens weer op uit.’ De leus ‘God, Neêrland en Oranje’ krijgt zo een heel nieuwe betekenis. Elders sluit Dijkhuizen een artikel af met het Kyrie-gebed, een vast onderdeel van de rooms-katholieke liturgie. Daaronder staan drie nonnen afgebeeld, de gekouste benen in de lucht, als volleerde Moulin Rouge-danseuses.

'Spetter, 14 Daags Geil Seksblad' en andere tijdschriften, 1968-1970, collectie Rijksmuseum Amsterdam.
'Spetter, 14 Daags Geil Seksblad' en andere tijdschriften, 1968-1970, collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Bert Sliggers, eroticaverzamelaar en mede-organisator van de tentoonstelling Porno op Papier (2018) in Museum Meermanno, noemt Gandalf  ‘de eerste Nederlandse Charlie Hebdo’. Net als het iconische Franse blad Charlie Hebdo is Gandalf een satirisch tijdschrift, vol artikelen en cartoons. Remco Campert en Simon Vinkenoog leveren bijdragen. In oktober 1969 verschijnt een voorpublicatie uit Jan Wolkers’ roman Turks Fruit (november 1969).

Van bevrijde vrouw naar lustobject

Gandalf bevat ook fotoreportages, die na verloop van tijd steeds vaker naakte modellen als onderwerp hebben. Vrouwelijke modellen, welteverstaan. De covers van de eerste jaargangen tonen sterke en bevrijde vrouwen. Ze staan fier rechtop en kijken recht in de lens. Op de cover van de nummers 2 en 4 kijkt het model zelfs op de kijker neer. Bij zulke (afbeeldingen van) vrouwen lijkt het thema bevrijding sterker aanwezig dan de objectificatie van het lichaam.

Na verloop van tijd lijkt dit accent te verschuiven. In en op latere Gandalf-nummers staan vrouwen afgebeeld die geen subject meer zijn, maar passief lustobject. Die passiviteit zit in de (gefingeerde) minderjarigheid van het model, in het contrast tussen geklede mannelijke modellen en naakte vrouwelijke modellen en in het afbeelden van het vrouwenlichaam als voorwerp of etenswaar. Waar op eerdere covers vrouwen stonden die zelfbewust de camera in keken, zien we nu onderdanige meisjes. Naakte vrouwen die druk zijn met het plezieren van een man die wél kleren aan heeft. Of modellen van wie we de blik helemaal niet meer vangen, omdat alleen hun ‘onthoofde’ lichaam is afgebeeld.

  • Verschillende edities van ´Gandalf´. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
    Verschillende edities van ´Gandalf´. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
  • Verschillende edities van ´Gandalf´. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
    Verschillende edities van ´Gandalf´. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
  • Verschillende edities van ´Gandalf´. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
    Verschillende edities van ´Gandalf´. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
  • ´Gandalf´ 47, 1970. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
    ´Gandalf´ 47, 1970. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.

Veelzeggend is dat de muze van het blad, Hormoontje – een wulps stripfiguurtje – op een gegeven moment wordt vervangen door het monster Orgus: ‘Nu ik u toch spreek kan ik u meteen wel verklappen dat ons ietwat in slaap gesukkelde Hormoontje vanaf 15 januari 1970 wordt vervangen door Orgus, een zeer sympathiek aandoend monster, die ongetwijfeld nog meer leven in Gandalf zal blazen.’ (Gandalf 40). Het vrolijke bloot maakt plaats voor het lompe en excessieve. Aanvankelijk lobbyde Gandalf voor seksuele vrijheid. In latere jaargangen zorgt deze vrijheidsdrang ervoor dat er grenzen worden overschreden – de inhoud wordt vrouwonvriendelijk en pedofiel.

Seksueel nationalisme

In een deze tijd waar de hashtag MeToo trending is op en in (sociale) media, valt het afbeelden van vrouwenlichamen als lustobject in Gandalf op. Was de seksuele revolutie wel zo bevrijdend als ze wordt herinnerd? Dat deze revolutie een ereplaats heeft in het Nederlands nationaal geheugen staat vast. Literatuurwetenschapper Agnes Andeweg wijdde zelfs een boek aan seksueel nationalisme: ‘het fenomeen dat seksuele emancipatie (…) is uitgegroeid tot een gezichtsbepalend element van de Nederlandse identiteit.’De cover van Gandalf 22 illustreert dat mooi: op de voor- en achterkant staat een foto van Peter DiCampo. Tulpen, molen en fiets zijn onmiskenbaar Nederlandse clichés. Dat de meisjes op de fiets bloot zijn, voegt seksuele vrijheid toe aan het rijtje Nederlandse identiteitssymbolen.

Cover 'Gandalf' 22, 1967. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
Cover 'Gandalf' 22, 1967. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
Achterflap 'Gandalf' 22, 1967. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
Achterflap 'Gandalf' 22, 1967. Foto: Studio Gandalf. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.

Een nationale identiteit is deels gestoeld op de collectieve herinnering aan de nationale geschiedenis. Dergelijke herinneringen zijn altijd selectief. Zo verhalen schoolboeken uitgebreid over de specerijen die Hollandse schepen in de zeventiende eeuw meebrachten. De gewelddadige en koloniale kant van die handelsreizen, die evengoed onderdeel is van de geschiedenis, blijft onderbelicht. De handelsgeest wordt zo gezien als eigen aan de nationale identiteit, terwijl geen Nederlander zich zal identificeren met mensenhandelaren.

Hetzelfde geldt voor de seksuele revolutie van de jaren 60. Onderdeel van het Nederlandse nationale zelfbeeld is de tolerantie. Dat ‘alles kan in Nederland’, wordt gezien als een verworvenheid van de jaren 60. De seksuele revolutie heeft die vrijheid bevochten, die nu tot het nationale zelfbeeld behoort. Maar de seksuele revolutie zorgde niet alleen voor het verwerven van vrijheid, zoals ook de VOC en WIC voor meer staan dan enkel handelsgeest. Het was namelijk vooral de man die bevrijd werd. De vrouw werd misschien nog wel meer gekooid, maar dan in de blik van de man – zoals blijkt uit de latere covers van Gandalf. Waar de seksuele revolutie voor de één bevrijdend was, leidde deze voor de ander tot een nieuwe dwingende norm.

Lady Love Your Cunt

De seksuele bevrijding die bladen als Gandalf nastreefden, betekende dus vooral een bevrijding voor de man. Dankzij de nieuwe feministische golf die nu gaande is zien we dit des te beter, maar het is ook weer geen totaal nieuw gezichtspunt. Feministen als de Dolle Mina’s en Germaine Greer plaatsten deze kanttekening ook toen al bij de revolutie. Ook zij streefden seksuele bevrijding na, maar alleen zolang die niet was voorbehouden aan de man. Greer deed dit bijvoorbeeld met het artikel ‘Lady Love Your Cunt’, dat werd gepubliceerd in SUCK. Ook deze vrouwelijke tegenstem is onderdeel van de Nederlandse seksuele revolutie.

'SUCK', 1971, Collectie Rijksmuseum.
'SUCK', 1971, Collectie Rijksmuseum.

Het is maar hoe je het bekijkt

Het campagnebeeld van de tentoonstelling Amsterdam Magisch Centrum is een uitsnede van de omslag van Gandalf 40. Afgebeeld zijn twee paar blote vrouwenbillen. Met bodypaint zijn er ogen op de billen geschilderd, en de foto is ondertiteld met de tekst ‘Als je ’t zo bekijkt’. Het is een grappige, vrolijke afbeelding van bloot. De cover past bij andere uitingen van de seksuele revolutie op papier, die gekenmerkt werd door originele en grappige provocatie. De drukpersen draaiden op volle toeren om alle plaatjes, pamfletten en porno te verspreiden, om de seksuele taboes te doorbreken.

Als revolutionair stoorde je je niet aan al dat bloot, vertelt feministe Hedy d’Ancona nu, in 2018: ‘Het naakt was een onderdeel van onze bevrijding. Dat het vrouwonvriendelijk kon zijn, speelde minder een rol.’ D’Ancona ziet ook dat we daar 50 jaar later anders over denken. Vooral #MeToo heeft onze voelsprieten voor vrouwonvriendelijke taal en afbeeldingen aangescherpt. ‘Ja,’ zegt D’Ancona, ‘daar zijn we nu strenger in dan toen. En daar ga ik vaak in mee.’

Inderdaad zien de blote billen op de Gandalf­-omslag er door onze huidige strenge #MeToo-bril er veel minder vrolijk uit, zeker in de context van al die andere Gandalf-omslagen. Het is de zoveelste omslag met een naakt vrouwenlichaam, steeds vaker afgebeeld zonder hoofd. Deze objectivering van het vrouwenlichaam zet door op andere, latere omslagen van Gandalf. Deze omslagen beoordelen we nu als vrouwonvriendelijk of, in het geval van wel erg jonge modellen, zelfs pedofiel. 

In de tentoonstelling Amsterdam Magisch Centrum staat een vitrine met Gandalfs tegenover een Dolle Mina-fotomuur. En het artikel van Greer ligt naast een stapel pornoblaadjes. Zo is er aandacht voor de paradox die de Nederlandse seksuele revolutie kenmerkt. Op deze manier draagt de tentoonstelling bij aan een completer en evenwichtiger beeld van de seksuele revolutie in de Nederlandse nationale herinnering. 

'Gandalf', jaargang 6 1969/70, nr 40. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.
'Gandalf', jaargang 6 1969/70, nr 40. Collectie Rijksmuseum, Amsterdam.

Over de auteur

Christely van Mourik is onderzoeksstagiaire bij de afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum en RMA-student Nederlandse literatuur en cultuur aan de Universiteit Utrecht.

Noten

1. Andeweg, A. (red.), Seks in de nationale verbeelding: Culturele dimensies van seksuele emancipatie (Amsterdam: Amsterdam University Press, 2015).