Nieuws — 25 nov 2005

Op zaterdag 19 november is Edy de Wilde, oud-directeur van het Stedelijk Museum, overleden.

Eduard Leo Louis de Wilde (Nijmegen, 1919) was van 1963 tot 1985 directeur van het Stedelijk. Onder zijn leiding groeide het museum uit tot een modern kunstbedrijf dat de moderne en hedendaagse kunst onder een brede laag van de bevolking toegankelijk en populair maakte. Met een intensief tentoonstellingsprogramma en een trefzeker verzamelbeleid versterkte hij de positie van het Stedelijk als ontmoetingsplek voor kunstenaars en kunstliefhebbers uit de gehele wereld. De Wilde was 85 jaar oud.

Al in 1946 werd De Wilde, op de toen ongekend jonge leeftijd van 26 jaar, directeur van het Van Abbemuseum in Eindhoven. Tijdens zijn bewind koos dit museum definitief voor een beleid dat op de nationale en internationale kunst was georiënteerd – een beleid dat destijds vaak nog veel weerstand ondervond. Mede door zijn opleiding als jurist wist De Wilde dit beleid echter met verve te verdedigen. Zo kon hij ondanks veel publiek tumult begin 1954 een vroege Picasso verwerven voor het toen kolossaal geachte bedrag van Fl. 113.943,21 (circa € 52.000,-).

In het Stedelijk, waar hij in 1963 Willem Sandberg opvolgde, verschoof de nadruk naar de actuele kunst (en vormgeving), dat met een al even intensief verzamelbeleid als tentoonstellingprogramma tot uiting kwam. Dit werd deels ingegeven door pragmatisme: de klassiek-moderne kunst was financieel vrijwel onbereikbaar geworden als verzamelobject, enkele uitzonderingendaargelaten, waaronder een monumentaal werk van Matisse.

Hoewel de schilderkunst De Wilde’s grote passie was, kwamen alle kunststromingen in de woelige jaren ’60 en ’70 meer of minder uitgebreid aan bod in het Stedelijk tijdens zijn bewind. Zeer belangrijk voor de collectie van het Stedelijk werd zijn besluit om zich ook op de moderne Amerikaanse kunst te richten. Dit resulteerde in een verrijking van de collectie met de gezichtsbepalende Pop Art en series werken van onder anderen Willem de Kooning en Barnett Newman. Zij behoorden tot de honderden kunstenaars die tijdens zijn directoraat in het Stedelijk over het voetlicht kwamen, en met wie De Wilde doorgaans ook een bijzondere warme band had.

De nadruk op de actuele kunst kwam ook op andere manieren tot uiting. Zo verdwenen de nog uit de 19de eeuw stammende stijlkamers uit het zalencircuit. De grote, populaire Van Gogh-collectie kreeg begin jaren ’70 een eigen museum aan het Museumplein. 
In die activistische jaren werd De Wilde’s collectiebeleid ook wel als elitair beschouwd, waardoor het museum regelmatig te maken kreeg met ludieke kunstenaarsbezettingen. “Democratie is best goed”, was zijn reactie, “maar niet voor creativiteit en deskundigheid”.

Achteraf kan worden vastgesteld dat De Wilde een ware tempel voor de moderne kunst bouwde op de fundamenten die door zijn voorganger Sandberg waren gelegd. Hierin was niet alleen aandacht voor de beeldende kunst, maar ook voor vormgeving, waarvoor in zijn periode een afzonderlijke, professionele afdeling ontstond in de organisatie. Daarnaast kregen takken als fotografie en de toen nog prille videokunst extra aandacht. Dit alles werd geschraagd door een wetenschappelijke afdeling die in 1970 werd opgericht. 

Met recht kan gezegd worden dat in de periode dat De Wilde de scepter over het Stedelijk voerde, mede dankzij zijn veelvormige collectie- en tentoonstellingsbeleid, de moderne en hedendaagse kunst een volwaardige tak van museumsport werd die bovendien immense populariteit genoot. Dit bleek vooral ook bij De Wilde’s afscheidstentoonstelling La Grande Parade, die zo’n 400.000 (!) bezoekers telde.

Ook na zijn afscheid bij het Stedelijk bleef De Wilde actief in de kunstwereld. Zo organiseerde hij een tentoonstellingstournee van het werk van Karel Appel door Japan en had hij zitting in het bestuur van het begin jaren ’90 opgerichte De Pont museum in Tilburg. Tot op hoge leeftijd bleef De Wilde een actief bezoeker van musea, tentoonstellingen en kunstenaarsateliers – hij was, kortom, nog heel lang buitengewoon goed op de hoogte van de hedendaagse kunst.

Edy de Wilde is in familiekring gecremeerd.

---------------------------------------

Stedelijk Museum Bulletin nr. 6 bevat een uitgebreid In Memoriam voor De Wilde. Dit bulletin verschijnt op 14 december.