Nieuws — 12 nov 2009

Melvin Moti (1977, Rotterdam) schenkt zijn meest recente kunstwerk, The Prisoner’s Cinema (2008) aan het Stedelijk Museum. Dit betekent dat het museum een groep van vier samenhangende films van de kunstenaar in de collectie heeft – naast de recente schenking ook No Show (2004), The Black Room (2005) en E.S.P. (2007). The Prisoner’s Cinema is het sluitstuk van de serie, die nu in zijn geheel in een museale collectie is opgenomen. 

The Prisoner’s Cinema toont de verschijning van een lichtspel in een donkere gevangeniscel en handelt over de abstracte beelden die kunnen optreden bij visuele deprivatie. 'Prisoner's cinema' is een bestaande term die verwijst naar het gekleurde lichtspel waar gevangenen (maar ook piloten en vrachtwagenchauffeurs) melding van maken. Zij zien het wanneer ze gedurende een langere periode staren in een visueel nagenoeg onveranderende omgeving. Wat zij ervaren is echter niet een werkelijk verschijnsel maar een fenomeen dat zich afspeelt in de hersenen: het brein reageert op het tekort aan aanvoer van visuele stimuli. 'Prisoner's cinema' zou ook een wetenschappelijke verklaring voor spookachtige verschijningen zijn.

Melvin Moti studeerde aan de Academie in Tilburg en later bij De Ateliers in Amsterdam. Zijn werk bestaat grotendeels uit 35mm films. Hij exposeerde in binnen- en buitenland en zijn oeuvre werd al bekroond met diverse prijzen. Na een aantal jaar in Berlijn opereert Moti op dit moment vanuit New York. Het gezaghebbende kunsttijdschrift Flash Art International plaatst hem in de huidige editie hoog in de internationale top 100 van emerging artists.

Het Stedelijk Museum volgt het werk van de kunstenaar al geruime tijd. In 2004 toonde Stedelijk Museum Bureau Amsterdam zijn film No Show voor het eerst in de centrale presentatieSomething Happened op de KunstRAI. In 2005 organiseerde het SMBA Moti’s eerste museale solo met de première van The Black Room. In 2007 presenteerde het Stedelijk in Docking Station, de projectruimte voor jong internationaal talent in het Post CS-gebouw, de film E.S.P., die Moti ook tijdens de vijfde Berlin Biënnale in 2008 liet zien. 

Moti motiveert zijn schenking als volgt: “Het Stedelijk heeft reeds vroeg in mijn kunstenaarschap zijn vertrouwen in de ontwikkeling van mijn werk uitgesproken, hetgeen ik altijd heb beschouwd als een zeer belangrijke steun. (…) De schenking van The Prisoner’s Cinema kan beschouwd worden als een bekroning op deze relatie met het museum en zijn curatoren.”

De films van Mevin Moti zijn het resultaat van een langdurig proces van voorbereiding. Moti maakt relatief weinig werk en besteedt veel aandacht aan de documentatie en onderzoek van zijn onderwerpen. Coördinaten in zijn onderzoeksproces zijn tijd, geschiedenis, herinnering, mentale experimenten en verschijnselen die buiten de kaders van de menselijke waarneming vallen. Zo had No Show een uit de herinnering opgebouwde rondleiding door de leeggeruimde zalen van de Hermitage in St. Petersburg tot onderwerp.

De experimenten van de surrealisten met het zogenaamde ‘slaapschrijven’ was het vertrekpunt voor The Black Room. Voor E.S.P. combineerde de kunstenaar uitzonderlijk trage en hypnotiserende beelden van een uiteenspattende zeepbel met het verhaal van de droomdagboeken van J.W. Dunne, een Britse militair met paranormale gaven. In films als No Show en The Black Room speelt Moti een geluidstrack uit tegen een biologerend, verstild beeld. E.S.P. kent een vergelijkbare structuur waarin het beeld in een bijzondere spanningsverhouding tot het voorgedragen verhaal is gebracht.

Noot voor de redactie:

Voor meer informatie: Press Office, Marie-José Raven, 020 – 573 26 56, m.raven@stedelijk.nl