Nieuws — 10 jun 2012

Het open huis van het Stedelijk Museum op vrijdag 25 en zaterdag 26 mei trok, ondanks het mooie weer, vele bezoekers. Maar liefst 4.570 mensen maakten voor het eerst gebruik van de nieuwe entree aan het Museumplein, om vervolgens de nieuwbouw van Benthem Crouwel Architekten en het gerenoveerde historische pand te bezichtigen.

Onder de genodigden waren buurtbewoners, ondernemers uit de omgeving, relaties uit de wereld van politiek, cultuur en toerisme. Op zaterdagochtend was er een speciale ontvangst voor lezers van Het Parool; meer dan 900 Amsterdammers maakten hiervan gebruik. 

De bezoekers reageerden enthousiast op de nieuwe en ruime entree, en het 200 m2 grote wandkleed van Inside Outside dat daar zojuist geïnstalleerd is. Ook de tentoonstellingszaal in de kelder van 1100 m2 oogstte bewondering, evenals de roltrap, die vanaf dat niveau direct naar de eerste verdieping voert. Boven aangekomen was het vooral de subtiele overgang van nieuwbouw naar het ‘oude Stedelijk’ die veel waarderende reacties losmaakte. 

Ann Goldstein, directeur Stedelijk Museum: “Het was voor ons allemaal geweldig en positief om het publiek te kunnen ontvangen en bezoekers het nieuwe gebouw te laten zien. En dat op een uniek moment – net voordat we de kunst gaan installeren. Het was fantastisch om zoveel mensen weer thuis te hebben in het museum – hun museum! De ongelooflijk positieve reacties die we kregen, geven ons extra veel energie in de voorbereidingen van de grote heropening van het Stedelijk in september!”

Patrick van Mil, zakelijk directeur, voegt daar aan toe: “Ik heb vele mensen gesproken en de meestgehoorde reactie was dat Benthem Crouwel een gebouw hebben neergezet van on-Nederlandse allure. Grappig genoeg hadden de meesten wel meteen het gevoel ‘dit is het Stedelijk’. En gezien de spontane aanmeldingen voor het Vrienden-lidmaatschap, heeft het museum nog altijd veel draagvlak. Nu breekt onze tijd aan: het restaurant wordt afgebouwd, de winkel opgezet en de kunsttransporten beginnen. Deze zomer richten we de museumzalen in. Men liet ons weten niet te kunnen wachten om kunst in het gebouw te zien. Wij ook niet!“