Tentoonstelling — 15 apr t/m 5 aug 2000

Kurt Schwitters (1887-1948) behoort, samen met Mondriaan en Malevich, tot de grote meesters die de moderne kunst in de twintigste eeuw een nieuwe avontuurlijke richting hebben gegeven. Door nazisme en oorlog moest Schwitters een groot deel van zijn leven in ballingschap doorbrengen. Deze ballingschap was ook artistiek: zijn contact met de Duitse kunst was moeizaam. Maar sinds het optreden van Beuys, in de jaren zestig, en latere kunstenaars zoals Baselitz en Kiefer, is duidelijk geworden dat juist Schwitters de aartsvader is van de naoorlogse bloei van de Duitse kunst in Europa. Hierdoor is onze blik op Schwitters fundamenteel veranderd. 

Op verzoek van het Stedelijk Museum is prof. dr. Siegfried Gohr (universiteit Karlsruhe) gevraagd een tentoonstelling samen te stellen waarin met name de nieuwe status van Schwitters als unieke baanbreker en wegbereider het uitgangspunt is. Deze grote retrospectieve tentoonstelling met meer dan tachtig werken van Kurt Schwitters is de eerste Nederlandse overzichtstentoonstelling sinds 1964.

In de tentoonstelling komt de veelzijdigheid van Schwitters tot uitdrukking. Het Stedelijk geeft een overzicht van deze zeer invloedrijke kunstenaar, dichter, publicist, componist, typograaf, decorontwerper, acteur en uitgever. Met schilderijen, collages, assemblages, plastieken, tekeningen en aquarellen uit de periode 1918 tot 1947 wordt een beeld van Schwitters' oeuvre gegeven. Naast zijn meer abstracte ‘Merz'-kunst wordt ook aandacht besteed aan de figuratieve schilderijen - met name landschappen - die hij na 1930 vervaardigde.

Achtergrond
Op grond van elementen in zijn werk en ook vanwege zijn activiteiten voor de dadaïsten, wordt de in 1887 in Hannover geboren en aan de kunstacademie in Dresden opgeleide Kurt Schwitters vaak ingedeeld bij het dadaïsme. Schwitters wilde zelf echter niet tot een bestaande stroming of beweging worden gerekend. In zijn vroege werken zijn veel verschillende invloeden te herkennen, onder andere van het futurisme, het expressionisme en met name het constructivisme.

Vanaf 1918 ontstaan de eerste collages en assemblages. Het werk dat op deze technieken was gebaseerd, gaf hij de benaming ‘Merz'. De letters ‘Merz' kwamen in een collage voor als uitsnede van de gedrukte tekst ‘Commerz und Privatbank'. Schwitters sprak over Merzzeichnungen' (tekeningen en collages), ‘Merzbilder' (assemblages, schilderijen en reliëfs) en ‘Merzplastike' (sculpturen). Ook vervaardigde hij ‘Merzbau', dat als een ruimtelijk totaalkunstwerk opgevat kan worden. In Nederland kreeg Schwitters bekendheid door de tumultueus verlopen ‘dada-veldtocht' die hij op uitnodiging van De Stijl-oprichter Theo van Doesburg in 1923 ondernam.

Schwitters is vooral bekend door zijn experimenten met collages (combinaties met sigarettendoosjes, tramkaartjes, knipsels en allerlei soorten straatafval), waarmee hij de grenzen van de traditionele schilderkunst doorbrak. Ook schreef hij artistieke manifesten, produceerde hij typografische fabels en toneelstukken en hield hij zich bezig met experimentele poëzie. In 1919 schreef hij het legendarische gedicht ‘Anna Blume' en in de jaren twintig ontstond de ‘Ursonate', een klankgedicht waar hij van 1926 tot 1932 aan schaafde. Financiële moeilijkheden in de jaren twintig dwongen hem als commercieel ontwerper te gaan werken.

In Hannover stichtte hij in 1927 de ‘Ring Neuer Werbegestalter' (de nieuwe kring van commerciële ontwerpers), samen met César Domela, Lásló Moholy Nagy en Friedrich Vordemberge Gildewart.
Vanaf 1931 kon Schwitters zich dankzij de nalatenschap van zijn vader geheel wijden aan het kunstenaarschap. Lang duurde die tijd niet, want in 1937 werd hij onder druk van het nazisme gedwongen naar Lysaker in Noorwegen te vluchten en in 1940 vluchtte hij daarvandaan naar Engeland. Ondanks zijn ballingschap was dit voor Schwitters een productieve periode. Op 8 januari 1948 overleed Schwitters in Ambleside, een dorpje in het Lake District.

Voorafgaand aan de presentatie in Amsterdam was de tentoonstelling van 2 februari tot en met 25 maart te zien in het Museum der bildenden Künste in Leipzig. De tentoonstelling wordt mede mogelijk gemaakt door Audi. Voor de tentoonstelling geldt een toeslag van f 3,50/MJK gratis.

Publicatie
Bij de tentoonstelling verschijnt (i.s.m. NAi Uitgevers/Publishers) de publicatie ‘Ich ist Stil, I is Style, Ik is stijl' in drie talen met essays van Rudi Fuchs, Siegfried Gohr, Gunda Luyken en Dorothea Dietrich, en twintig teksten van Schwitters' tijdgenoten (vormgeving: Walter Nikkels, 228 pagina's, illustraties in kleur en zwart-wit, ISBN Nederlandse editie: 90-5662-157-2: ISBN Engelse editie: 90-5662-158-0: ISBN Duitse editie: 90-5662-159-9, prijs: f 59,50). Het Stedelijk Museum Bulletin nr. 2/3 (dubbelnummer) geeft met meerdere artikelen ruim aandacht aan de tentoonstelling. Prijs: f 9,75.

Concert
Op 12 mei om 20.15 uur wordt (als onderdeel van de concertserie ‘De Sonate') in de Kleine Zaal van het Concertgebouw de Ursonate van Schwitters uitgevoerd. Voor reserveringen: kassa Concertgebouw, telefoon (020) 6718345.