Tentoonstelling — 18 jun t/m 14 aug 2004

1e prijs: Mariana Castillo Deball, 2e prijs: Derk Thijs. Basisprijzen: Anant Joshi en Marijn van Kreij.

In het Stedelijk Museum CS worden op 17 juni 2004 tussen 16.00 en 17.00 uur de prijzen uitgereikt door mevr. mr. M.C. van der Laan, staatssecretaris voor Cultuur en Media. Daarna is de tentoonstelling geopend voor publiek. SMCS is die dag open tot 21.00 uur.

De jury (bestaande uit David Bade (NL), Marcel van Eeden (NL), Antonio Muntadas (ESP/US), Catherine de Zegher (B/US), Agata Zwierzyñska (POL/NL) en Janwillem Schrofer, voorzitter) heeft op donderdag 15 april 2004 de volgende prijzen toegekend:

1e prijs (€ 20.000)
Mariana Castillo Deball (1975, Mexico) 
2e prijs (€ 10.000)
Derk Thijs (1977, Amsterdam)
basisprijs (€ 5.000)
Anant Joshi (1969, Nagpur, India) 
basisprijs (€ 5.000)
Marijn van Kreij (1978, Berlicum)
 
De prijstoekenning is gebaseerd op het werk dat de vier eindrondedeelnemers Tekenen /Grafiek maakten tijdens een werkperiode van drie maanden.
De beraadslagingen van de jury zijn opgenomen in de bijbehorende publicatie die op 17 juni verschijnt (uitgegeven door Uitgeverij 010).

MEER INFO OVER DE DEELNEMERS:

Anant Joshi (1969, Nagpur, India)
Joshi  vertrok in 2002 uit India voor zijn werkperiode aan de Rijkakademie van beeldende kunsten in Amsterdam. De enorme hoeveelheid indrukken die hij opdeed waren moeilijk te verwerken; de de betekenis en de reikwijdte van al die beelden waren niet te bevatten. Door zijn blik op de wereld en zijn werk te veranderen, trachtte hij het gevoel van chaos een plek te geven waarbij al snel bleek dat hij teruggreep op gebeurtenissen uit zijn verleden. Wat Joshi had willen vermijden – namelijk het onbestemd zweven tussen culturen - gebeurde toch. Zo besloot hij dat zijn werk voor de Prix de Rome wel moest gaan over het probleem van de ‘passant’ en het voortdurend pendelen tussen twee culturen.

Derk Thijs (1977, Amsterdam)
Vlak voordat Thijs zich inschreef voor deze Prix de Rome stopte hij met schilderen op doek. De vrijheid die hem dit gaf, bracht een stroom aan nieuwe ideeën teweeg. Hij begon te tekenen, en vooral op de muur. Bij de tweede jureringsronde wist Thijs te overtuigen met zijn enorme schilderingen op bruin-grijs pakpapier. Eenvoudige krachtige voorstellingen, zonder detaillering, van zwarte gestaltes in allerlei situaties. Tijdens de Prix de Rome-werkperiode heeft hij gezocht naar allerlei vormen en middelen om zijn beeldtaal verder aan te vullen. Vooral ook omdat hij zich afvraagt of het mogelijk is een eenheid te creëren in de moderne veelheid, of dat verschillende werkelijkheden naast elkaar kunnen bestaan. Vragen die hem ‘dwingen’ alles zoveel mogelijk open te houden en ruimte in zijn werk te behouden. 

Marijn van Kreij (1978, Berlicum)
Van Kreij heeft een goed gevoel voor beeld en de balans tussen herkenning en verwarring die de combinatie van beelden kunnen oproepen. Door zijn werkwijze ontstaat een bijna chaotisch geheel van lijnen, fragmenten en kleuren. Hij scant foto’s van interieurs, theaterzalen etc. waarbij hij de foto’s terugbrengt tot een lijntekening. Deze tekeningen print hij uit op transparante sheets die hij vervolgens projecteert. Met verschillende kleuren trekt hij vervolgens de projecties over. In die chaos lukt het Van Kreij een sterk gevoel van eenheid op te roepen. Vorm en compositie kloppen. Voor de Prix de Rome heeft hij dit nog verder uitgewerkt, en naast de monumentale werken die hieruit ontstaan, werkt hij eveneens aan een serie kleine tekeningen. Op A4 formaat tekent, krast en kopieert hij teksten in verschillende kleuren.

Mariana Castillo Deball (1978, Mexico)
Het Institute of Chance, dat Castillo speciaal oprichtte voor de eindronde van de Prix de Rome, gaat over ordening en archiveren, over de distributie van gegevens en het ontregelen van systemen. Ze kwam vanuit haar interesse voor anarchisme terecht bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, gespecialiseerd in het opslaan van gegevens over alle denkbare denkrichtingen en sociale stromingen. Een doos onbekende foto’s  trok daar haar aandacht; foto’s die zich aan het systeem van het instituut hadden onttrokken. De combinatie van Castillo’s interesses en gevonden (non)systemen bracht haar op het idee om een bepaalde groep mensen te ontregelen.