Theorie — 21 jun 2018

Prijs
Studenten E 10,- (inclusief toegang tot het museum)
Regulier E 20,- (inclusief toegang tot het museum)
Locatie
Teijin Auditorium, Stedelijk Museum
Tijd
21 jun 2018, 9.30 tot 16.30
Taal
Engels
Toegang
Boek hier 

Dit symposium wordt georganiseerd in relatie tot de tentoonstelling The Djaya Brothers: Revolusi in het Stedelijk Museum Amsterdam (9 juni - 2 september 2018).

Download het programma hier.

OVER HET SYMPOSIUM

Vanaf ca. 1935 was het idee van moderne Indonesische kunst onderwerp van discussie onder kunstenaars, schrijvers en politici. In Indonesië viel deze discussie samen met de strijd voor onafhankelijkheid, antikolonialisme en het bevragen van traditionele concepten als ‘Oost’ en ‘West’. Tussen 1935 en 1950 vonden deze discussies plaats op de verschillende plekken waar het concept van ‘het moderne’ geproduceerd en verspreid werd, zoals kunstenaarsateliers, gedrukte media en tentoonstellingsruimten. Dit symposium heeft als doel de posities van de centrale figuren binnen dit debat uit te lichten en hen vanuit het hedendaagse perspectief van internationale cultureel onderzoekers te benaderen.

Het symposium zal zich vooral richten op de culturele ontwikkelingen ten tijde van de Indonesische Nationale Revolutie (1945-1949). Tijdens de dekolonisatie vervulden kunstenaars de belangrijke taak van het verbeelden van de revolutionaire tijdsgeest. In de jaren voorafgaand aan de revolutie, werd de ontwikkeling van moderne Indonesische kunst gekenmerkt door een verlangen om te breken met de esthetiek van de Nederlandse koloniale macht. Tijdens de Japanse bezetting (1942-1945) werd deze ontwikkeling versneld omdat de Japanse overheid kunstenaars materiële en financiële steun verleende. In de jaren vóór de Japanse bezetting had het 'nationale bewustzijn' echter de kunstpraktijken van de leden van PERSAGI (1938-1942) al geïnspireerd. Dit gold ook voor de debatten over 'het moderne' onder leiding van Indonesische intellectuelen in ‘Polemik Kebudajaan’, een tijdschrift dat voor het eerst gepubliceerd werd in 1935.

Tijdens het symposium zullen de sprekers onder andere de volgende vragen aan de orde stellen: Door wie werden deze plekken van waaruit en waarbinnen ideeën circuleerden opgericht? En wat waren de beweegredenen daarvoor? Wie introduceerde het concept van moderne Indonesische kunst en cultuur? Welke posities namen kunstenaars in ten opzichte van de definitie van Indonesische moderne kunst? Hoe werden ideeën over 'moderne kunst' en 'de Indonesiër' gevisualiseerd en verwoord?

Het symposium vormt het startpunt van een gezamenlijk onderzoeks- en tentoonstellingsproject over kunst en cultuur in Indonesië ten tijde van de Indonesische Nationale Revolutie. Dit project is ontwikkeld door het Rijksmuseum, het Stedelijk Museum Amsterdam en verschillende individuele en institutionele partners in Indonesië.

PROGRAMMA

Bevestigde sprekers zijn onder anderen: Antariksa (onderzoeker en mede-oprichter Kunci, Cultural Studies Centre, Yogyakarta), Amir Sidharta (kunsthistoricus en curator van Museum Universitas Pelita Harapan, Tangeran), Bonnie Triyana (zelfstandig historicus en hoofdredacteur van Historia), Kerstin Winking (tentoonstelling curator The Djaya Brothers: Revolusi in the Stedelijk, Amsterdam), Harm Stevens (conservator Rijksmuseum, Amsterdam), Remco Raben (professor Koloniale en Postkoloniale Literatuur- en Cultuurgeschiedenis, Universiteit van Amsterdam) en Mikke Susanto, curator, kunstcriticus en docent Institut Seni Indonesia Yogyakarta en kunst consulent voor het Paleis van de Indonesische President in Yogyakarta.

Het volledige programma vindt u hier.

TREFWOORDEN

Sutan Takdir Alishabana, Mochtar Apin, Baharoedin, Henri Cartier-Bresson, Agus (Agoes) Djaya, Otto Djaya, Keimin Bunka Shidosho, Cas Oorthuys, PERSAGI, Polimik Kebudajaan, Tan Malaka, PUTERA, Jawa Hokokai, S. Sudjojono, Sukarno, Sutan Syahrir.

CREDITS